Bruna (28 jaar), woont in Rotterdam, is al 13 jaar samen met David en inmiddels zijn ze getrouwd. Samen hebben zij een zoontje van 1 jaar, Ami. Hij was al eigenwijs toen hij nog in de buik zat en besloot na 35 weken dat het wel tijd was om de wereld te verkennen. 1 jaar later is hij nog steeds eigenwijs en ook nog koppig, maar ook heel vrolijk, sociaal en lief. Bruna werkt fulltime als journalist op de videoafdeling van het ANP, probeert 3 tot 4x in de week te sporten, doet graag leuke dingen met vrienden en dan hebben man en kind natuurlijk ook nog aandacht nodig.
‘Meer, meer, meeeeeeeeeer!’ ‘Jeetje, Ami doe eens rustig. Je krijgt zo meer mango, maar ik kan niet toveren.’ Ami denkt overduidelijk van wel want hij blijft maar schreeuwen dat hij meer wil. Sinds een paar maanden wordt er flink wat afgeschreeuwd door de kleine man. Vooral als iets hem niet snel genoeg gaat of als hij zijn zin niet krijgt. Als hij echt driftig wordt begint hij ook te meppen. Ik spreek hem dan met een strenge stem toe: ‘Ami je mag niet gillen en al helemaal niet slaan.’ Daar laat ik het vaak bij want ik heb geen zin om de strijd met hem aan te gaan en ik geloof ook niet dat dat veel zin heeft. Maar ik krijg er soms wel een punthoofd van als hij na vijf minuten weer begint te gillen om bijvoorbeeld zijn Bumba-boek. Ach ja, hij is in elk geval erg duidelijk. Ik ben zelf best wel ongeduldig, maar op de een of andere manier heb ik met Ami alle geduld van de wereld. Het lukt me tot nu toe altijd om rustig te blijven en dan wordt hij zelf ook snel weer rustig. Ook afleiden werkt altijd goed. Ik kietel hem dan of we stoeien even. Hij begint dan altijd hard te lachen en als ik geluk heb krijg ik ook nog een warme omhelzing. Want ja, ondanks de beginfase van de peuterpuberteit blijft het natuurlijk een schatje.
Als Ami echt heel stout is zet ik hem in de hoek. Ik tel dan tot tien. Hij lijkt het alleen wel erg leuk te vinden in de hoek. Als ik zeg dat hij in de hoek moet gaan staan, roept hij ‘hoek, hoek, hoek’. Hij leert er ook nog wat van, want zodra ik begin te tellen telt hij mee. Het is dan moeilijk om serieus te blijven, maar ik word steeds beter in het opzetten van mijn pokerface. Hoewel iedereen papa David altijd roemt om zijn lieve persoonlijkheid is het juist hij die soms zijn geduld verliest. Hij kan echt boos worden als Ami niet luistert of blijft drammen en daar bereikt hij natuurlijk helemaal niks mee. Gelukkig beseft David dat altijd vrij snel en dan probeert hij hem ook te kalmeren.
Ami zit nu ook in de beroemde nee-fase. ‘Ami, heb jij een poepie gedaan?’ ‘Nee!’ ‘Ik ruik toch echt een poepie hoor.’ ‘Nee!’ ‘Dan is er denk ik iets mis met je neus.’ ‘Nee!’ Maar al dat ge-nee heeft ook voordelen. ‘Ami, heeft mama dikke billen?’ ‘Nee!’ Dat antwoord bevalt mij wel, dus ik stel die vraag nu extra vaak. En al dat rare gedrag schijnt dan bij zijn weg naar zelfstandigheid te horen. Ik ben benieuwd…