Nee, jij mag een broek aan. Oké, prima een zachte broek. Nee, geen legging lieverd. Nee, we hoeven niet in Olivia haar kast te kijken. Nee, geen rok. Zeker geen jurk. Nee, jij bent Karin niet van K3. Ook niet Josje. Oké, eventjes dan. Nee hoor, Josje draagt geen rode lippenstift. Nee, mama heeft ook geen rode lippenstift. Die make-updoos is voor de opmaakpop. Is écht geen echte make-up. Lijkt er op ja. Oh, je hebt de lippenstift voor de opmaakpop gevonden. Echt? Tussen de playmobil? Vooruit, één keer in de spiegel kijken dan. Nee, geen kusjes geven op de spiegel. Nee, en zeker niet op mijn nieuwe jasje.
Kom we gaan naar beneden. Ja, ik help wel even. Ik heb een beetje haast, de lippenstift trekt in het suède van m’n jasje. Nee, zeker niet met de Spaanse hakjes de trap af. Met die Spaanse hakjes moet ik je echt even een handje geven. Nee dit hoef je niet ‘zelluf’ te doen. Is het keyboard met de 30 verschillende muziekjes inclusief bijbehorend applaus en gejoel kapot? Jammer zeg. Vooruit, ik doe er straks wel even nieuwe batterijen in. Nee, de kat wil niet meedansen. En de kat kan zeker geen handjes draaien. Ook niet één keer. Nee, het lijkt maar zo dat hij lacht. Dat heet blazen. Nee, niet de bellenblaas.
Oh nee dat is geen gel voor je haar. Dat is crème voor schrale billen. Kom we wassen je haar wel even onder de douche. Nee, deze shampoo prikt niet. Misschien een beetje, maar daar ga ik nog wel een keer wat op verzinnen. Ooit. Ze beweren: “mild voor de oogjes” dankzij één of andere anti-prik formule. Kom op. Nog even je haartjes afdrogen. Nee, ik weet niet waar de föhn is. Is ook niet nodig. Ja, de lippenstift zit nog mooi. Die is zeker waterproof.
Ja, je trekt nu wel ècht een broek aan. En een t-shirt. Nee, dit shirt is niet “echt heel stom”. Waar zouden je schoenen toch zijn? Jawel jasje aan. Ja je eigen jasje. Loze? Nee niet die roze, die blauw-wit gestreepte is van jou. Nu even aandoen. Ik tel tot … Ja en dan help ik wel even. Goed zo. De Spaanse hakjes mogen echt even thuisblijven. Kijk, één schoen al gevonden. Waar zou die linkerschoen toch zijn? Oké, dan maar even je kaplaarzen aan. Ja, ik weet dat het niet regent. Waarom hangt die andere schoen vastgeknoopt met een stropdas van papa aan de kapstok? Oh, een schommelschoen voor je autootjes. Precies.
Nu echt een beetje opschieten. Ja, ik vind het ook gezellig maar we moeten Olivia van school halen. Oh goed dat je het zegt. Waar zouden ze zijn? Nee, sleutels kunnen geen verstoppertje spelen. Nee, ook niet soms. In de bestekla? Dank je wel lieverd.
Snel naar de voordeur. Oh, ik zie dat je de post al hebt opengemaakt. Een brief? De bevestiging van de aanmelding voor de kleuterschool.
Slik. Lief klein mannetje. Bijna peuter-af. Gelukkig duurt het nog even.