Bevallen doet men over het algemeen niet pijnloos. Veel vrouwen vragen tijdens de bevalling dan ook om een ruggenprik. En de ruggenprik wordt steeds populairder, want in de afgelopen 10 jaar is het percentage vrouwen die kiest voor deze vorm van pijnstilling verdrievoudigd, terwijl het percentage kunstverlossingen nauwelijks steeg.
Uitzonderlijk, pijnbestrijding op verzoek
Uit het promotie onderzoek van Martine Wassen (UMC+ Maastricht) blijkt dat er in 2003 slechts door 5,4% van de vrouwen werd gevraagd om de ruggenprik. In 2012 is dit percentage echter uitgegroeid tot 17,9%. Nederland is in Europa een van de weinige landen waar vrouwen enkel op verzoek pijnbestrijding krijgen tijdens de bevalling. In België bijvoorbeeld is het percentage bevallingen met een ruggenprik ongeveer 70%.
Niet in ieder ziekenhuis beschikbaar.
In 2008 is er een landelijke richtlijn ingevoerd die bepaalt dat een vrouw op ieder moment tijdens haar bevalling een ruggenprik zou moeten kunnen krijgen wanneer zij hier om vraagt. Toch blijkt dat slechts 57% van de algemene ziekenhuizen binnen een uur een ruggenprik kan zetten, ondanks dat al deze ziekenhuizen hier wel 24 uur per dag voor zijn uitgerust. Dat zou niet zo moeten zijn, pijnstilling is immers geen luxe product.
Niet standaard aanbieden.
Lang werd aangenomen dat een vrouw eerst minimaal 4 cm ontsluiting moest hebben voordat ze überhaupt een ruggenprik mocht krijgen, dit omdat men dacht dat het de bevallingsverloop zou verstoren. Echter blijkt dat de timing van de ruggenprik niet van belang is, en dat deze dus ook eerder kan worden toegepast. Toch is Wassen geen voorstander van het standaard aanbieden van een ruggenprik. Uit een onderzoek blijkt namelijk dat dit meer bijwerkingen tot gevolg heeft (oa. lage bloeddruk en een verhoogde kans op een kunstverlossing) in tegenstelling tot het zetten van de ruggenprik op eigen verzoek. Wassen stelt dan ook dat vrouwen heel goed moeten worden geïnformeerd over de mogelijkheden, maar ook over de bijwerkingen van deze vorm van pijnstilling.