Loslaten. Een van mijn grootste uitdagingen sinds ik moeder ben geworden.
Ik ben een perfectionist. Op velerlei gebied. In mijn werk iemand van de puntjes op de ‘i’, maar ook thuis alles spic & span. Huis is altijd netjes en zelfs alle kasten zijn opgeruimd. Gestreken was netjes op stapeltjes, ik houd ervan. Altijd al gedaan.
Ook wat mijn kinderen betreft ben ik iemand die graag wil dat alles op rolletjes loopt. In de babytijd alles met inachtneming van de drie R’en. Slaapjes werden in bed gedaan, eten altijd op tijd, de kindjes keurig om 19.00 uur erin. Vieze toet? Meteen een doekje in de aanslag. Kind gepoept? Luier meteen verschoond.
Op zich niks mis mee natuurlijk, ieder doet het tenslotte op z’n eigen manier. Maar ik kom er steeds meer achter dat lang niet alles te plannen valt. Zeker niet met kinderen. Dingen lopen nou eenmaal niet altijd zoals je zou willen dat ze zouden lopen. Dat is iets dat ik meer en meer moet accepteren. Leren loslaten.
Neem nou de crèche. Een uitkomst voor werkende ouders. Sterker, ik zou niet weten wat ik zonder de crèche zou moeten beginnen. Prima begeleiders, mijn twee kids leren er ontzettend veel en het allerbelangrijkste: ik zie dat ze er met plezier heengaan. Maar toch… Soms hoor ik bij het ophalen Fiene al vanuit de verte huilen. Ze is moe, dat kan ik horen. Ik wil graag dat ze meteen opgepakt en getroost wordt, dat haar traantjes worden weggeveegd, dat ze geknuffeld wordt. Maar haar leidster is nèt even met een ander kindje bezig. Of: regelmatig krijg ik mijn meiden met rode billen mee naar huis. Nèt iets te lang met een vieze luier rond laten lopen. Gebeurt me thuis nooit. Of: deze week werd me gevraagd of ik het oké vond dat ze met Fiene -samen met de andere baby’s- naar het strand gingen. Daar waar andere moeders er geen enkel probleem mee hebben, zit ik wél met mijn twijfels. Genoeg ogen voor al die kindjes op het strand? Les 1 loslaten: ik moet accepteren dat mijn kinderen op de crèche minder één-op-één aandacht krijgen dan thuis. Dat ze soms zullen huilen zonder direct getroost te worden. En dat ze dus ook af en toe rode billen zullen hebben.
Nog een voorbeeld: de ontwikkeling van je kind. Het ene kind praat of loopt nou eenmaal sneller dan het andere. Ik haal even mijn vorige blog over zindelijk worden aan. Daarin schreef ik over Floortje, die bijna 3 jaar is en nog steeds niets van een potje of de wc wil weten. Dat is dus iets dat ik moet accepteren en loslaten. Les 2 loslaten: de ontwikkeling van je kind niet spiegelen aan die van anderen en vertrouwen hebben in alles wat komen gaat. Ze zal tenslotte niet tot haar vijftigste in een luier rondlopen.
Ook mezelf maak ik het een stuk gemakkelijker. Het is niet erg dat het speelgoed aan het einde van de dag een keertje blijft liggen of dat de keuken niet gedweild is. Morgen weer een dag! Een vieze toet? Geen probleem, gelukkig hebben we warm water en kunnen ze ’s avonds in bad. Mijn 3e les in het loslaten.
Ik zie meer en meer in dat het goed is om los te laten. Om te accepteren dat de dingen ook anders kunnen lopen. Dat de zorg buiten de deur nou eenmaal anders is dan thuis, en dat dan ook prima is. Mijn kinderen worden er niet slechter van, ze leren er alleen maar van.
Deze week ga mijn grootste loslaat-uitdaging aan. Ik ga voor het eerst sinds de geboorte van de meiden (nu bijna 3 jaar geleden) 4 nachten mét man, maar ZONDER kinderen, weg! En hoewel Floortje en Fiene bij opa en oma in zeer goede handen zijn, vind ik het best lastig hoor. Het voelt bijna alsof de navelstreng wordt doorgeknipt. 5 Dagen los van mijn kindjes zijn… En natuurlijk betrap ik mezelf erop dat ik weer in mijn oude patroon verval: ‘Zouden opa en oma wel dit…?’ of ‘Zullen de kindjes dan wel dat…?’ Maar ik herken het patroon en laat de figuurlijke touwtjes vieren. Het is goed zoals het is! Een heerlijk avontuur voor de kinderen zo zonder papa en mama en een nog groter avontuur voor mama. Ik laat het los. Ik laat ze los. Voor een paar daagjes dan…