Door: Sue-Anne
Laten we er maar geen doekjes om winden, toch? Bevallen is gewoon niet leuk. Ook al krijg je er een frummeltje voor terug waardoor je jezelf nooit meer hetzelfde zal voelen. Voor mij was de eerste bevalling geen echte belevenis. Maar de tweede wil ik helemaal nooit meer overdoen. Nooit meer. Maar lag dat nu aan dat verse frummeltje of eerder aan alles eromheen…?
21 december 2013 was dé datum volgens mijn allerliefste. “Als Sjaak er dan nog niet is, dan ga ik met Joost op stap.” waren de wijze woorden die dag. Mijn allerliefste stapte 21 december 2013 gewoon de auto in met zijn maatje. En ik ging 21 december 2013 gewoon in bad. Die baby wacht nog wel. Na mijn koffie en appeltaart kreeg ik buikpijn. Heel veel buikpijn. Het zal toch niet.. ?
Na wat onzekere uurtjes toch maar een whatsappje wagen naar mijn allerliefste, die plechtig had beloofd lichtelijk naar de klote te gaan die avond. Geen reactie. Bellen zou zo opdringerig overkomen. En misschien was het wél die koffie en appeltaart. Toch maar wel. Geen reactie. Kak. Ik moet nog zo’n tasje pakken zoals in alle boekjes staat. En ook een logeertasje voor Yade. Een anderhalfjarige wil je toch echt niet aan je bed als je iets aan het doen bent wat het daglicht niet kan verdragen.
Zal ik ook het ziekenhuis maar eens gaan bellen? Inmiddels 22 december, half drie in de morgen, zat ik als een klein kind helemaal alleen op de bank. Weer een nacht niet geslapen. Met niet meer te houden buikpijn. Ik vond mezelf zielig. Om half negen die morgen zou de baarbrigade klaarstaan voor me. Kak. Nog zes uur. Nog maar een stukje appeltaart. Ik waag nog een laatste whatsappje:
“Het maakt me geen kloot uit wat je doet vannacht. Als je over vijf uur maar het mannetje bent. We zijn los. Love you.”
En dan eindelijk telefoon. “Ik kan je niet zeggen waar we zijn. Nee, echt niet. Rustig, schatje. Lijkt me beter van niet. Nee. Ik zeg het niet. Schatje, rustig nou. Maar we komen eraan. We doen ons best. We zijn er zo snel mogelijk.”
Klootz#k. F#ck. Vieze vuile ###. Zomaar een greep uit mijn vocabulaire die door de kamer vloog dat moment. Zwanger als een koe. Waggelend als een eend. Dol als een hond. Boos als een stier. Maak een zwangere vrouw niet nóg gekker, alstublieft.
Klein uurtje later arriveren twee aangeschoten volwassen mannen. Compleet met sixpack energydrank, croissantjes van Delifrance en chemische Bacardilucht. Altijd wilden ze samen al een croissantje eten onder de Eiffeltoren in Parijs. Ze waren die nacht onderweg naar Parijs. Paríjs dus. Dat ligt in Frankrijk. En Beebie Sjaak gooide nu een heel groot spijkergordijn op die route.
Drie uur later was de Bacardilucht op de slaapkamer nog steeds niet te harden. In de auto moesten de ramen allemaal open, zodat er niemand over zijn of haar nek kon gaan van de Bacardiwalm. In mijn baarkamer rook het nog uren zoals waarschijnlijk ook in de Bacardifabriek.
In het ziekenhuis bleek er geen haast te zijn. De gynaecoloog was dezelfde stoere tante als bij mijn eerste bevalling. Ze herkende ons. Ze vond ons leuk. Maar ik mocht nog lang niet baren. Ik mocht eerst de halve marathon lopen op de ziekenhuisgang. Om de twee meter greep ik de muur vast, omdat ik door de grond ging van de pijn. Ik was moe, chagerijnig en had pijn. Meer emoties waren er niet op dat moment. Geen enkele roze wolk voorbij zien komen, trouwens.
Pas drie uur later deed ik samen met de baarbrigade mijn best om er weer een werelds wondertje uit te schreeuwen en schelden. Nee, ik mocht geen pijnstilling. Nee, ik mocht niet opengeknipt worden als een rauwe biefstuk (ik heb erom gesmeekt!).Nee, ik moest gewoon bevallen. Dus het hoofdje van Sjaak moest er hoe dan ook doorheen. Dat heeft iedereen op die etage gehoord. En nadat ik letterlijk iedereen op de gehele baarafdeling de hel had verzocht, konden we dan onze kleine Sjaak bewonderen. Sjaak werd Jack op het geboortekaartje. Jack werd kleine broer van Yade. En je krijgt er gewoon “zoveel voor terug”…
Benieuwd naar de verhalen van andere bijzondere mama’s? Lees hier verder!