Door: Josan, klik hier voor haar blog
Wie bevalt en een gezond kindje op de wereld heeft gezet, gaat er niet vanuit dat dit kindje dodelijk ziek wordt. Ik ook niet. Maar het overkwam mij toch. Ik was net bevallen van mijn tweede dochter. In tegenstelling tot de eerste keer wist ik veel beter wat mij te wachten stond. Op wat slapeloze nachten na, liep eigenlijk alles wel gesmeerd. Dit keer ging de borstvoeding wél goed. Dat scheelde een hoop stress. En daardoor dacht ik ook ik dat ik de grootste strijd eigenlijk al had geleverd. Toen onze kraamverzorgster afzwaaide was er dan ook geen haar op mijn hoofd die er aan twijfelde of we het samen zouden redden.
Direct de eerste dag had ons pasgeboren dochtertje koorts. Daar zocht ik zelf niet meteen wat achter. Zelf had ik ook wat verhoging. Waarschijnlijk staken we elkaar gewoon aan dacht ik nuchter. Ik was al weer wat gewend om in de woonkamer te zitten, maar deze verruilde ik toch weer voor de afgebakende veiligheid van mijn slaapkamer. Met zijn tweeën brachten we de uren slapend, voedend en rustig in het bed door dat nog steeds op klossen stond. Een routine bezoekje aan de huisarts leverde ook niet meteen een duidelijke oorzaak op. Maar de tweede dag was de koorts nog niet gezakt en vond hij dat we toch maar even naar het ziekenhuis moesten. Waarschijnlijk zou er niks aan de hand zijn, maar men wilde het zekere voor het onzeker nemen.
Zo vertrokken we naar het ziekenhuis. Ik ging er vanuit dat het allemaal wel zou loslopen. Terwijl we in de wachtkamer zaten op de kinderafdeling keek ik naar al die kinderen die écht ziek waren. Zoiets leek me toch verschrikkelijk om als ouder mee te moeten maken. Wij waren hier gewoon even toevallig en zouden die avond weer naar huis gaan. Dacht ik.
De kinderarts luisterde aandachtig naar onze samenvatting van de symptomen. We moesten onze baby even uitkleden en hij deed een routine controle. Hart, longen en oren werden even onderzocht en de reflexen getest. Niks bijzonders. Totdat hij aan haar hoofdje voelde. Haar fontanel was opgezwollen. Hij sprak zijn vermoeden uit: mogelijk is het hersenvliesontsteking. Maar men moest even een paar controle uitvoeren voordat ze het zeker wisten. Direct werd er een telefoontje gepleegd naar de kinderafdeling.Voordat ik het goed en wel besefte werd alles in gereedheid gebracht. Ik was pas bevallen dus hij tilde de Maxi-Cosi terwijl ik verdwaasd achter hem aanliep op weg naar de afdeling neonatologie. Pas toen ik daar was en men mij vroeg of ik mijn baby mogelijk vast wilde houden terwijl men zou proberen om via haar ruggengraat wat vocht uit haar hersenen te halen, drong het tot me door: dit is echt!
Ik kon en wilde mijn baby niet vasthouden. Ik wilde er niet eens bij zijn terwijl men haar pijn deed. Verslagen droop ik af naar de wachtkamer. Nog steeds kon ik niet bevatten hoe ik van mijn roze kraamwolk zomaar ineens eraf was gevallen. Daar zat ik moederziel alleen in de wachtkamer. Mijn andere dochter werd door haar vader bij de buren opgehaald. Voor mijn gevoel glipte mijn dochters tussen mijn vingers door en ik vocht tegen gedachte dat ik haar nu zomaar kwijt zou raken. Op de automatische piloot informeerde ik meteen familie, vrienden en kennissen. Zo had ik iets om handen. Het hielp tegen het gevoel om niet hysterisch te gaan zitten huilen.
Nadat het benodigde kweekmateriaal was afgenomen, was er een ding zeker; Het was hersenvliesontsteking. Maar was het een virus of een infectie? Dat zou de vraag zijn die de medici in de daaropvolgende dagen probeerde te achterhalen. Haar overlevingskansen hingen aan een zijden draadje en we konden maar beter niet uitgaan van een happy end. Dat was heel confronterend. We hadden haar net 9 dagen eerder gekregen!
Terwijl onze baby opgenomen was ging het leven ook gewoon door. Ze moest melk hebben dus ik kolfde. Ik mocht niet in het ziekenhuis bij haar blijven dus sliep ik thuis. Overdag pendelde ik heen en weer tussen ziekenhuis en huis. Terwijl ik ondertussen ook nog volop aan het herstellen was van de bevalling en er wilde zijn voor mijn andere dochtertje.Dagelijks werden er controle uitgevoerd om te kijken hoe haar ontwikkeling was. Ging ze vooruit of achteruit. Scans werden er genomen van haar hersenen om te zien wat de schade was. Tijdens de kraamweek had ze een gehoortest gehad, maar nu was het maar de vraag of ze haar gehoor behield. Er waren heel wat onzekerheden. Om mijzelf te beschermen, bereidde ik me er geestelijk op voor dat onze baby zoals we haar kenden waarschijnlijk niet meer zou bestaan.Gelukkig deed ze het voor haar omstandigheden goed en bleef ze stabiel.
In het leven zijn er van die momenten die je voor altijd bijblijven. Je weet precies waar je was en wat je deed. Voor mij is de dag waarop we het verlossende telefoontje van de kinderarts kregen zo’n moment. Men had gevonden wat het veroorzaakte had. Het was maar een virus! Hier kon men niks aan doen met antibiotica. Haar lichaam moest het zelf aanvechten. De dag er na kregen we haar meteen weer mee naar huis.Mara van makkelijke baby was ze veranderd in een huilbaby. Ook zij moest natuurlijk het nodige verwerken.
Met het verstrijken van de maanden ging ze steeds beter in haar velletje zitten. Ook kwam bij mij het vertrouwen terug in mijn moederinstinct. Sloeg de paniek mij niet meer om het hart bij elk huiltje. We bleven een jaar onder controle bij de kinderarts, Haar ontwikkeling en schedelomtrek werd nauwkeurig in de gaten gehouden. Vlak voor haar eerste verjaardag werden we ontslagen.
Nu zo’n 7 jaar later is dit zieke baby’tje uitgegroeid tot een zeer levenslustig, gezond en pittig klein dametje. Soms kijk ik in verwondering naar haar. Het had zo anders af kunnen lopen. Maar ze leeft. En daar ben ik alleen maar dankbaar voor.
Nog meer bijzondere verhalen lezen? Klik hier!