Ik hoor Mason wakker worden en opgetogen loop ik zijn kamertje binnen. Met een brede lach voor mama begint mijn dag zoals gewoonlijk weer goed. Al kletsend en spelend volgen wij ons ochtendritueel. Luier verschonen, wassen, aankleden etc., je kent het wel. Vandaag trekt meneer Vermeulen zijn Oranjetenue aan, het is namelijk Koningsdag!
Dit is het eerste jaar dat ik Koningsdag vier met een kind, heel anders dus dan voorgaande jaren. De plannen om het dorp op te gaan en ’s ochtends langs de kindjes op de kleedjes te struinen én koffie te drinken met vriendinnen worden verstoord door een klein vuistje dat in Mason zijn oogjes wrijft. Ojee. Misschien toch maar even kijken of hij nog wilt slapen. Mijn normaal vrij moeilijke slaper is binnen vijf minuten tijd knock-out. Ruim anderhalf uur later opent hij zijn oogjes weer, de Oranje tompoezen zijn inmiddels al door iemand anders gehaald, de kleedjes opgeruimd en verdwenen.
Beetje jammer, maar geen paniek – we hebben immers nog een hele dag vol Oranjeplezier voor ons. Ik blijf er stug in geloven. ’s Middags dus toch maar op naar het dorp voor een rondje langs alle activiteiten en een lekkere lunch. De straten zijn versierd met oranje decoratie en in het oranje gehulde kindjes én ouders (tja, op een stylish verantwoord oranje hempje onder mijn vest na ben ik nooit zo van de verkleedpartijen maar ach Koningsdag he..). Op naar de draaimolen. Mason kijkt zijn ogen uit maar vindt het zelf allemaal maar niks, nog net te klein ben ik bang. Veilig in zijn kinderwagen kijkt hij stiekem zijn ogen uit, zich er tussen begeven: no way.
Veilig naar het restaurant dan maar, terras vol dus dan maar naar binnen. Na een smeerboel van boterham met boter en wat limonade gaat onze antilekbeker ineens open. Oeps, deze moeder was weer eens niet helemaal uitgerust met een reservesetje kleding. Op naar huis dan maar. En als we dan toch thuis zijn, gelijk nog maar even een fles erin! Ondertussen zijn onze vrienden gearriveerd op het dorp en begint er een heuse band te spelen. Snel spullen pakken en vertrekken dus.
Eenmaal aangekomen is het een stuk drukker dan daarvoor. Vanuit Mason zijn point of view: alleen maar benen, harde muziek en gegil = krijsend kind. Veilig op de arm bij papa en mama vindt hij het prima vertoeven maar na een half uur is ook dat wel weer wat achterhaald en saai. Godzijdank en wonder boven wonder valt Mason in diepe slaap zodra ik hem in zijn buggy leg.
O, op dit soort momenten is het toch maar weer erg duidelijk hoe ons leven veranderd is. Ook een dag, of misschien zelfs júíst een dag, als Koningsdag staat in het teken van Mason. Na zijn hazenslaapje horen we weer gegil uit de buggy, tijd om naar huis te gaan. Volgend jaar beter?