Remkje (42) is moeder van twee zonen van 13 en 11 jaar en getrouwd met Ferdinand. Ze heeft gewerkt als kindertherapeut en is nu leerkracht. Remkje geeft elke week op Mama Glossy haar ongezouten mening over actuele zaken en ander moedergoed.
Hebben jullie dat ook wel eens? Dat je overvallen wordt door een gevoel van vervreemding als je naar je familie kijkt? Dat je je afvraagt: ‘Wie zijn die mensen?’ De zussen of broers waarmee je in hetzelfde gezin bent opgegroeid, maar die elk hun eigen beleving hebben van hun jeugd. Soms héél anders dan jouw eigen beeld van ‘vroeger’. Mensen waar je, als ze geen familie zouden zijn, helemaal niet mee om zou willen gaan of waar je het liefst ver uit de buurt zou blijven. Wonderlijk vind ik het.
‘Van je familie moet je het hebben’ en ‘op je familie kun je terugvallen’ of ‘vrienden gaan, maar familie blijft’, zegt men. Ik ervaar dat persoonlijk niet bij al mijn familieleden. Misschien komt het omdat ik uit een gebroken gezin kom, maar ook van ogenschijnlijk zeer stabiele families hoor ik dat broers en zussen bijvoorbeeld geen contact meer hebben met elkaar of hun ouders. Zo vreemd! Je hebt dezelfde ouders, je hebt jaren op elkaars lip gezeten, je bent met elkaar opgegroeid, in hetzelfde huis gewoond, naar dezelfde school gegaan en samen feesten gevierd.
Ik vraag me wel eens af of die bloedband wel zo bepalend is? Is het wel zo dat die bloedband je bindt? Ben je voor altijd onlosmakelijk met je familie verbonden of kan je dat ook loslaten? De Duitse therapeut Hellinger zegt dat families zeer belangrijk zijn en dat patronen in families wel zeven jaren kunnen doorwerken als ze niet doorbroken worden. Zéven jaren! Ik schrok ervan.Een manier om ze te doorbreken, is het doen van familieopstellingen. Deze opstellingen die met representanten (dus niet je eigen familie) gedaan worden, helpen om inzicht te krijgen in de plek die we in onze familie innemen. Veel persoonlijke problemen, relatieproblemen en levensvragen vinden hun wortels in zogenaamde verstrikkingen in het familiesysteem. De patronen kunnen dus doorbroken worden.
Dan kijk ik naar mijn eigen familie of gezin: Papa, mama (ik dus) en twee zonen. Ik hoop dat zij het ook later fijn met elkaar en met ons blijven houden. Dat zij zich niet vervreemd voelen of eenzaam. Dat we voor altijd – positief – verbonden blijven.
Geen knellende band, maar een mooi los lijntje van wederzijdse liefde naar elkaar.