Als creatieveling in hart en nieren geniet ik van mijn werk en mijn eigen bedrijf, tassen- en accessoiremerk Cavalier. Fotografie, grafisch design en wenskaarten ontwerpen zijn naast Cavalier mijn grootste bezigheden. Ik woon samen met een verwende Cavalier King Charles Spaniel, Percey (tevens de muze achter mijn merk), een brutaal konijn dat de hele dag in de woonkamer ligt te loungen en, niet te vergeten mijn lieve Robin, sinds een klein jaartje mijn man te noemen. Ooit, ja ooit, wilden we wel een kindje. Ooit kwam echter eerder dan gepland en we kregen een dochtertje. Een roze wolkerige zwangere was ik niet, dolblij met de komst van ons kindje wel!
Zijn alle mannen Oost-Indisch blind? Of alleen die van mij?
‘Kun jij de vitamine D druppels even pakken?’ roep ik richting de keuken.
‘Waar liggen die?’ wordt direct, zonder te kijken, terug geroepen.
Zucht. ‘In het keukenkastje’.
‘Welke?’
‘De linker’
‘Waar dan?’ voor er ook maar één deurtje wordt opengemaakt.
‘Tweede plank’…irritatie onderdrukkend.
‘Zie ze niet’ na een kwart-seconde.
‘Naast de speentjes’.
‘Niet’.
Demonstratief stap ik richting de keuken, baby op de arm, achtervolgd door hond die baby’s rijstwafel wil. Ik klap het deurtje open en gris de vitamine D druppels van de tweede plank af. Waar ze voor zijn neus, tweede plank, naast de speentjes, letterlijk, op twee centimer van z’n neusvleugel vandaan, stonden. Met zo’n betweterige, zie-je-nou blik die alleen moeders onder de knie hebben paradeer ik terug naar de bank. Dit herhaalt zich ongeveer zes keer per dag met de meest uiteenlopende items. Van ‘waar staat de cola’ tot ‘waar zijn mijn sloffen’, het staat altijd in het zicht en op de meest logische plaats. Maar het schijnt dus dat mijn man niet de enige man is die last heeft van deze spullen-blindheid. Om over Ikea’s rommel blindheid maar te zwijgen (maar daar heb ik ook last van).
Zowiezo kom ik er de laatste tijd achter dat de man-vrouw verschillen groter lijken te worden op het moment dat man-vrouw de papa-mama combi wordt. Ik zie het bij vrienden en vriendinnen, merk het in ons eigen huisje-boompje-veel beestjes-en-een-baby.
Pas je op? Geef haar maar een speentje he. Het flesje staat daar. Als ze huilt, geef het knuffeldoekje maar. Ik ben zo terug. Red je het wel? Dat zijn moeders. Als ze twee minuten naar het toilet gaan.
Bel je later. Ga jullie missen. De auto is volgetankt. Dat is papa, als ‘ie naar het buitenland vertrekt voor een paar dagen.
Het grootste verschil tussen mijn man en mijzelf, als het opvoeden betreft, is het ‘daar wordt ze hard van’ thema. ‘Let op haar hoofd!!’ gil ik als ze opstaat onder de rand van de tafel ‘Kan geen kwaad’ krijg ik dan te horen. ‘Dalijk stoot ze haar hoofd. Die rand is scherp. En hard. Dat zie je toch!! Let op!’ ik wil nog doorgaan maar besluit m’n waffel maar te houden. Ze heeft haar hoofd namelijk al gestoten. ‘Ach, wordt ze hard van’. Daar krijg ik toch zo de ongelooflijke kwaadheids kriebels van he. Ze wordt als mens echt geen sterker, onafhankelijker persoon als ze vijf keer haar hoofd beukt tegen de eiken houten tafel. Ik hou niet zo van die spartaanse opvoed taktieken. Maar, eerlijk is eerlijk, er moet balans zijn. Mijn overvoorzichtigheid met bepaalde dingen wordt prima in evenwicht gebracht door de ‘komt wel goed schatje’ ideeen van m’n man. Als hij denkt dat ze prima alleen op de bank kan zitten, vang ik haar op net als ze er bijna afdondert, ziet hij dat het niet kan en zie ik dat ze zichzelf nog redelijk in balans wist te brengen. Hij voorzichtiger, ik minder spastisch. Wat mannen, met name vaders betreft; ja, ze zijn anders. Maar dat houdt het spannend. En leuk. En af en toe heel irritant. Ik kan niet zonder ‘m!