Stop. De. Tijd. Zet ‘m eventjes stil. Nu je nog slokolaatje zegt en je, als je moe bent, om je peentje vraagt. Wanneer je je kleine armpjes om me heen slaat en ik je muffe slaapbeer in m’n gezicht gedrukt krijg, wens ik steevast vurig dat ik superkrachten bezit en de tijd kan bevriezen. Want opeens, opeens, was je geen baby meer. Ik kreeg het door toen je vroeg of ik je als baby wilde dragen. (sorry, mama is een beetje traag van begrip). Op zich had ik het vermoeden wel dat je baby-tijd voorbij was toen je begon te rennen, springen, en met volle zinnen ging praten. Maar toch, die struisvogeltaktiek heeft me lang genoeg laten genieten van je baby-zijn. Ik moet echter iets bekennen. In je baby-tijd heb ik maar een paar keer gewenst dat de tijd kon stil staan. Nu wens ik het elke dag. Meerdere keren per dag. Ik geniet, nee, ik ben verliefd op, deze fase in jouw jonge leventje.
Twee jaar oud. Twee hele jaren en een paar weekjes. ‘s Avonds ren ik je achterna voor ‘nog een kus’, een keer of twaalf, en je schatert het uit. ‘s Ochtends kom je naar me toe met een kruller die je zelf in je haartjes hebt gerold. Ik wil nog niet naar de tijd toe dat je You Tube tutorials kijkt voor de beste avondlooks. Ik wil dat deze idiote kruller zo lang mogelijk bovenop je hoofd blijft zitten en je me met je twee jarige onschuld trots aankijkt. Ooit zul je m’n sieraden lenen als je de stad in gaat, maar daar ben ik nog lang niet aan toe. Ik wil dat je zo lang mogelijk al m’n kettingen in de knoop gooit en m’n ringen in de pannetjes in je keukentje stopt. Wekelijks koop ik wel nieuwe lipstick, ik vind het echt niet erg dat je m’n Dior Lipglow uit m’n tas hebt gevist en je hele gezicht ermee hebt volgesmeerd. Die tranen met tuiten die ik met en om jou moet lachen zijn, zoals die Mastercard reclame, priceless. Elke dag, eeuwig lang, wil ik met jou naar de kinderboerderij. Wil ik dat stokje van je schatkist ijsje aflikken als je het weer naast een geit op de grond hebt gegooid. Bij de dierenarts had ik gisteren nog uren lang kunnen zitten. Kijkend hoe je mevrouw Poes (niet haar echte naam maar ze is oud, heeft een poes en houdt deze angstvallig bij jou vandaan) een kwartier lang uitlegt wat je allemaal in de wachtkamer ziet. Je vertelt mevrouw Poes hoe jouw hondje heet en dat je een app op je Ipad hebt die Doctor Paw heet en dat je de auto van Doctor Paw moet poetsen. Mevrouw Poes houdt niet van kinderen, dat is duidelijk, en ik ben de enige die jouw hele verhaal verstaat. Dat verhaal, dat mag van mij nog uren, dagen, jaren duren (van Mevrouw Poes niet maar da’s weer een ander verhaal). Je gebrabbel verbaast me elke dag weer, soms weten je vader en ik niet of we moeten lachen of huilen als je een fantastisch nieuwe, rare zin zegt. Of me opeens verteld dat je aan de kindertafel wilt eten en niet aan de mama tafel. Als je me maar niet verteld dat je opeens uit eten gaat, daar ben ik nog niet aan toe. Het gaat namelijk allemaal zo snel…. Blijf nog maar even slokolaatje zeggen. Zet de tijd eventjes stil, wil je?
Lees ook de vorige blog van Corine, waarin zij een verzoek had aan Guus Meeuwis