Vorig jaar heb ik mijn autootje verkocht. Het was een heerlijk ding, zo’n klein stadsautootje die bijna rijp was voor de sloop maar ik kwam -en dan vooral in mijn vakanties -er overal mee. En wanneer het regende vond ik het met twee kleine kinderen toch wel heel handig wanneer er een autootje voor de deur stond. Op het laatst wilde mijn lieve oude autootje mijn sleutel niet meer loslaten. Stond ik dan bij een benzinepomp met mijn sleutel nog in ’t contact. Het wilde er gewoon niet meer uit. Ik vroeg dan aan de stoere mannen -vonden zij zelf vooral, type broodjebal-, of zij mij eventjes wilde helpen. Ze liepen direct naar mijn autootje met een look van, nou mevrouwtje gaan we ffies doen, keken dan zo van och och och die dame heeft dat ding vast op stuurslot staan en dachten dat het hen even ging lukken. Mijn halve dashboard sloopte ze er bijna uit maar de sleutel eruit krijgen lukte hen niet. Alleen Carlo lukte het nog op de een of andere manier. Hij is mega geduldig en neemt de tijd. Alhoewel het hem vaak binnen 2 sec lukte -erg frustrerend-. Hij moest soms vanaf zijn werk komen, om mij te redden. Meestal stuurde ik vooraf een appje. ‘Schat ik ga nu naar die en die, mocht het me niet lukken met de sleutel kan je er dan even langs rijden na je werk?’ en dat deed hij dan keer op keer, de schat. Ik liet mijn auto inclusief sleutel staan en hij fixte het weer. Wanneer ik een keer naar een vriendinnetje in Amsterdam ging en in een parkeergarage stond kneep ik ‘m zo erg. Dat ik dacht dit kan niet langer. Na maanden met een soort van smeerolie te hebben rondgereden -dat was de enige manier om nog een beetje beweging in mijn sleutel te krijgen- besloot ik dat ik mijn autootje toch maar moest verkopen.
Inmiddels fiets ik alweer maanden door weer en wind. De regen vind ik nog steeds verschrikkelijk maar bij echt flinke buien pak ik gewoon de benenwagen en mijn parapluutje. Wij wonen dichtbij school en ik dus bij mijn werk dus die auto was eigenlijk ook maar overbodige luxe. Fietsen vind ik heerlijk. Mijn moeder had geen rijbewijs toen wij jong waren en deed alles met drie kinderen op de fiets. Ik als oudste fietste altijd op mijn eigen fietsje overal achteraan. Tassen vol boodschappen hingen aan het stuur van mijn moeder en wanneer ze afstapte moest ze die fiets altijd zo stevig vasthouden want voor je het wist kukelde de boel om. Dit zorgde soms wel voor stressmomenten en als kind dacht ik altijd , later moet ik echt net als papa in een auto kunnen rijden. Hier had ik dan ook voor gezorgd op eigen houtje. Mijn ouders wisten niet eens wanneer ik moest afrijden. Ik vond die druk maar niets wanneer mensen ervan af wisten. Nu had ik alles in 1x gehaald en kon ik mijn moeder met het roze papiertje verrassen op haar werk! Die moest zo huilen van blijdschap. Een paar maanden later ging ze toch zelf ook maar lessen.
Je komt op de fiets altijd veel verschillende mensen tegen. De gehaaste man die ons altijd voorbij roetsjt om op tijd op zijn werk te komen zwaar geïrriteerd is, waarschijnlijk omdat hij zijn wekker gewoon iedere dag te laat zet. De moeder van drie – één voor één achter en één verstopt- op de fiets met daarachter een kar -zo’n halve tent op een wielen- waarin nog een maxi cosi inclusief kind verstopt staat tussen de schooltasjes maar wel altijd vrolijk het hele peuterspeelzaal repertoire zingt met haar kroost, de vrouw vol make up – ik vermoed dat ze bij een parfumerie werkt- die zich gedoucht heeft met parfumwater. Waarvan ik de heftige parfum dampen na 200 m nog op snuif. De jonge gastjes die naar de middelbare moeten en het liefst aan stuurtje worstelen doen in de spits, opscheppend over het vele huiswerk dat zij -zeggen ze- lekker toch niet geleerd hebben. Oh ja en dan de, ja hoe noem ik ze, de teveel in je space bijzonder bemoeizuchtige tactloze aparte doch vriendelijke vrouwtjes. Gister troffen we er weer één aan. Ik fietste gisterochtend nog net niet in de miezer naar school. Morris op zijn eigen fiets en Juul voorop op zo’n zadeltje. Juul zag er kittig uit in d’r bikerjasje met invlechtje in het haar want dat wilde madame voor op de schoolfoto. We staan daar eigenlijk aan de verkeerde kant -links- alvast voorgesorteerd aangezien er meerdere scooters -ohja die was ik nog vergeten- en bovengenoemd volk aansloot in de spits en wij na het oversteken direct de linkerkant uit moesten. Dat noem ik vooruit denken. De vrouw komt aanfietsen en gaat dus heel rechts staan naast de paal met lichtknopding. Ze ziet dat het lampje uit is en vraagt -hoe irritant die retorische vragen- ‘had je al gedrukt jongen?’ waarop Morris mij eerst aankijkt -zo van meen je dit stelt ze mij echt deze vraag mam?- maar daarna vriendelijk van nee schudt naar de vrouw. Hij had duidelijk geen zin in een gesprekje met haar. Ik vulde hem aan met: ‘nee mevrouw wij gaan voor de drukte alvast aan de goede kant staan’ en ik wees naar de overkant waar zich ook al een aardig rijtje fietsen had verzameld. Ze lachtte en zei: ”oh ja natuurlijk” -maar ik zag aan haar dat ze mij en mijn zoon eigenlijk te irritant vond reageren. Vervolgens werd Juul het doelwit. Wat heb je een leuk jasje aan. Hip hoor -met zo’n ondertoon van; die jasjes, dat is toch niets voor kinderen, die moeten lekker zo’n fleece lekker zittend bloemetjes Frozen ding aan. Juul was gelukkig blij met haar compliment en straalde. ‘De schoolfotograaf komt’ zei ze lieflijk. Dat vond de vrouw leuk en ze ging door. ‘en je hebt ook zo’n mooie vlecht, mama moest er vast vroeg uit vanmorgen?’, waarop Morris iets mompelde als: ‘nee hoor mijn moeder kan dat in nog geen 2 minuten’, waarna Juul nog trotser keek -zo van ja, dat kan mijn super mom!- . Daarna antwoorde de vrouw iets waarbij ik direct wenste op een plaatselijk bak met regen aan de rechterkant van het fietspad. “oh ja haha: lachte de vrouw, dat zie ik inderdaad aan de bobbels van achter.” Jup maar de fotograaf staat gelukkig voor haar neus, fijne dag hoor! Het kost mij soms wat moeite want inwendig trek ik deze mensen slecht, maar ik probeer altijd vriendelijk te blijven en houd in mijn achterhoofd dat iedereen gelukkig lekker anders is. Maar de volgende keer als ik ’s ochtend -niet mijn beste moment- deze mevrouw tegenkom dan kijk ik net even wat langer naar het prachtige verkeer van links.
Kiekje van het weekend: naar de bunkers op Nationale Monumentendag, gaaf!