Donderdag ochtend stonden we vroeg op. Heel gewoon net als een normale donderdag. De kinderen deden hun rolgordijnen open en de huisdieren kregen hun aai en hapjes. Maar er was iets anders deze ochtend. Onze Sammie de rat zat niet zoals gewoonlijk verstopt in een van zijn toffe houten huisjes maar lag tegen het tralies van zijn immense kooi aan. Wat was er met hem aan de hand. Zijn pootje hing een beetje slapjes uit de kooi. Oscar onze kater uit France gaf heel lieflijk een mini high five en bestudeerde hem aandachtig. Hmmz Oscar was net binnen dus hij kon door die mini high five onze Sammie niet zo slapjes hebben gemaakt. Normaal doet hij een beetje stoer rondom de rattenkooi maar wanneer er een ratje reageert maakt Oscar een dubbele salto achterwaarts van schrik. De held! Dus echt kwaad zal hij ze nooit doen, maar je weet nooit. We hadden Sammie opgepakt en in de giga kooi een eigen verpleeg verdieping gefikst. Hij had het benauwd en zag er ongezond uit. Dus met heerlijke lappen hadden we een luxe bed gemaakt en wat voer en water in een hoekje gelegd. Morris stond heel sip naast de kooi en wilde die ochtend eigenlijk niet naar school. “Ik hoop niet dat hij doodgaat mama” zei hij nog met een trillende lip toen ik hem op school een kus gaf. Dat zinnetje bleef maar door mijn hoofd spoken. Die ochtend zat ik met een koude rat op schoot. Het beestje was zo aanhankelijk en lief (zoals altijd). Hij luisterde naar me en bekeek me met zijn kraaloogjes. Hij vond het fijn en lekker warm op schoot, dat merkte je. Het arme beestje moest opgelapt worden en ik kon dat niet alleen dus belde ik de dierenarts. De dierenarts had gelukkig heel snel een plekje voor ons.
De meiden aan de balie vonden Sammie de rat zo schattig. Ze hadden zelf ook altijd ratten gehad en waren het met mij eens dat dit zulke lieve slimme diertjes zijn. Zo trouw als een hond en zo knuffelbaar als een tamme cavia. Sammie bekeek hen met zijn pootjes door het tralies van de vervoersbak. Het kostte hem veel moeite, dat zag ik. In de wachtkamer stuurde ik de juf van Morris nog even een mail met dat hij waarschijnlijk zijn hoofd er niet helemaal bij had vandaag vanwege zijn ratje. Ik vind het als juf zelf fijn om die dingen te weten en je merkt echt dat kinderen van slag kunnen zijn. Misschien was het overbodig maar dan wist ze er van af. Een paar minuten later mocht ik de behandelkamer in. Op een op hoogte verstelbare klinische tafel zette ik Sammie neer. Hij kroop gelijk tegen me aan. De piepjonge arts bekeek hem en dacht aan een long of hart afwijking. Het kon een ontsteking zijn en ik zou allerlei antibiotica meekrijgen. Had hem moeten bijvoeren met een pipetje en kreeg speciaal voer. Ik vond het allemaal prima. Het beestje was lief en mijn zoon zou me met liefde helpen om Sammie de rat op te lappen. Toen wilde de arts hem nog even tempraturen. Oehhhh de thermometer kon het niet aan. Dit beestje was zo koud. Ik had het kunnen weten hij voelde de hele dag al zo koud aan. De antibiotica had never nooit aan kunnen slaan in zo’n koud lijfje. Euthanasie is nu de enige optie mevrouw zei de jonge arts. Ok… Dan zit er niets anders op. De spuitjes werden uit de kast getoverd. Het enige wat er door mijn hoofd ging was Morris “Ik hoop niet dat hij doodgaat mama”
Stond ik dan aan zo’n klinische tafel met een beestje dat niet in slaap wilde komen na de eerste prik. De jonge dierenarts (type vriendelijk jongetje, woonde vast nog bij zijn moeder en at vanavond vast zijn lievelingskostje bietjes met vissticks) kwam na twee pogingen en wat minuten later terug de ruimte in. Ik inmiddels mijn ogen vol tranen rollend langs mijn wang. Mompelde iets van doe die eerste optie maar… (net iets daarvoor had hij opties voorgesteld waar Sammie hierna naar toe zou gaan). Hij verstond mij niet. Snap ik, maar hé leer je dat niet op de dierendokterschool.
Luisteren naar cliënten baasjes hoe je t ook noemen wil, die door hun tranen en onhandige brok in keel niet meer praten kunnen!? Nee dus. Dus ik probeerde de brok in mijn keel weg te kuchen en moest nog een keer herhalen dat ze t beestje wel weg mochten gooien ..
Wat een rot idee. Arme ding tussen ander biovuil. Ik bedacht me maar dat hij samen zou zijn met andere knaagdiervriendjes en probeerde me mentaal voor te bereiden op Morris. Hoe vertel je dat? Ik kocht een grote rol chocokoekjes en wat ander comfortfood.
Die middag kwam Morris snel de klas uit. Juultje speelde bij een vriendinnetje dus ik had hem helemaal voor mij alleen. Toen hij me op het plein zag staan huilde hij. Hij vertelde dat er kinderen in de klas onaardig waren geweest en hadden gezegd “leuk voor je dat je ratje misschien doodgaat” en andere kinderen hem juist weer heel erg hadden getroost. Thuis wilde hij direct kijken hoe het met Sammie was. Ik nam hem mee naar de eettafel en gaf hem een enorme mok thee met chocokoekjes. “Morris… Sammie ligt niet meer in zijn kooi. Hij heeft het niet gered…” “Is hij nu dood??”
Tranen met tuiten die middag. Zo sneu, zo intens verdrietig. Uit zijn tas haalde hij een mooie tekening die hij had gemaakt voor Sammie. Het was Sammie de rat. Zo mooi, de schat. We gaven de tekening een mooi plekje in zijn kamer en voor Freek (zijn andere ratje) sopten we de kooi en verzonnen we weer nieuwe knutselprojecten die we in de kooi konden hangen zodat hij een beetje opgevrolijkt werd. Die avond droomde Morris dat hij speelde met Sammie en hem allerlei trucjes had geleerd. “Dat was fijn mama, zo hoef ik hem niet te veel te missen”
Wat zijn jullie ervaringen met een overleden huisdier?
Lees hier ook de vorige blog van Jerrine