Door Karin:
In week 40 had mijn zwangere buik een omvang van maar liefst 1.05 meter bereikt. Ja. Éénmeterenvijfcentimeter! Ik werd bang dat ik uit elkaar zou klappen en de bemoedigende woorden over dat er nog nooit één is blijven zitten –zie mijn eerste blog– hielpen daarbij niet bepaald. Maar, ik moet toegeven dat het wel een mooie zwangere buik was: puntig naar voren. Een beetje alsof ik een basketbal ingeslikt had. Bij mijn lengte van 1.75m ook prima te doen en hoewel ik aardig wat kilootjes aangekomen was viel het op het oog toch mee.
Anyway, na de bevalling wil je dat die buik het liefste direct weg is. Ik wel tenminste. Nou, dream on. Toen het bevallingscircus achter de rug was, bleek die buik nog haast net zo groot als toen ik nog zwanger was, maar dan nu een lekgeprikte basketbal. De rechte, wijde overhemdjurk die ik tot week 25 had gedragen en die ik van plan was te dragen als ik uit het ziekenhuis kwam, paste dan ook niet. Tegenvaller!
In mijn kraamweek probeer ik me er maar overheen te zetten dat het niet anders is. Ik denk terug aan de tijd na de bevalling van Roos. Hoe lang duurde het toen voor het weer een beetje in shape begon te komen? Toch zeker wel een week of vijf. Bij zes weken durfde ik het destijds aan om weer eens in het uitgaansleven te verschijnen. Ik herinner me dat dat gepaard ging met het dragen van de enige normale jeans die ik net paste en een corrigerend hemd onder mijn topje om het allemaal een beetje zijn oude vorm terug te geven. Uiteindelijk is dat weer helemaal goed gekomen. Inmiddels zijn we drie jaar verder, drie jaar waarin ik niet of nauwelijks gesport heb. O, o wat een spijt. Ik heb van nature een goed figuur, maar ik ben geen 20 meer… Kortom ik zie het lijk al drijven!
Langzaamaan gaat het lichamelijk beter. Dankzij frequente bezoekjes aan de osteopaat gaat het lichamelijk snel beter (echt, wat ie doet: géén idee, maar ’t werkt!). Stukken wandelen is nog altijd een no go, maar fietsen gaat wel. Dus hóp, Lucas in de draagzak en gaan! Hoewel de meningen erover verdeeld zijn, vind ik het zo’n draagzak een super oplossing. Ik heb weer wat bewegingsvrijheid! Met goed weer probeer ik zoveel mogelijk op de fiets te doen. Ik moet die kilo’s toch ergens door kwijt zien te raken…
In week vier lijkt het alsof mijn taille langzaam weer in zicht komt. Net toen ik daar stilletjes een beetje blij van werd, boort Roos al mijn goede moed de grond in: ‘mama.., zit er nóg een baby jouw buik?’ JAAAA HOOR! Dit méén je niet! Het is dat ze pas drie jaar oud is, anders zou ik er van overtuigt zijn dat ze me in de zeik neemt. Maar nee, bloedserieus legt ze haar handje op mijn buik om te voelen of het waar is dat er echt geen baby meer in zit. Fraai is dat.
De week erop pakt de keuring door dochterlief positiever uit en verzekert Roos haar papa ervan dat er toch echt géén baby meer in mama’s buik zit. Pfieuwww. Kinderen en dronken mensen zeggen de waarheid, toch?