Veilig geland, 50% kans dat mijn kinderen hun moeder nog zullen herinneren ;-). ( Lees hier Karin’s vorige blog 😉 Eerst inchecken en dan shoppen! Warenhuis Macy’s zit om de hoek bij ons hotel, net als een enorme Victoria’s Secret. Alle shops zijn tot 22.00u open en uiteraard ‘moeten’ we door tot sluit. In Nederland is het dan 04.00u ’s nachts en zo voelen we ons ook. Als zombie’s verlaten we de winkel, met gloeiende wangen en brandende ogen van slaap èn blijdschap over de eerste aankopen.
’s Ochtends gaan we omhoog in de nieuwe One World Observatory Tower, ofwel Freedom Tower, die in plaats van het World Trade Center is gekomen. Indrukwekkend. En wat een uitzicht, fantastisch! Het is supermooi, zonnig en helder weer. Lucky us! Zeker omdat we begin van de middag een helicoptervlucht maken. We zitten first class, naast de piloot en hebben waanzinnig zicht. Wooohoooo! Echt he-le-maal geweldig. Stuiterend van opwinding staan we een kwartier later weer op de grond.
We shoppen en ‘snuiven New York’; gewoon rondlopen tussen de mensenmassa, liefst met een beker Starbucks. We zijn allebei al vaker in The Big Apple geweest. Dat is fijn: we kennen de weg en de meeste toeristenattracties hoeven niet meer zo van ons. Desondanks hebben we het druk! Dankzij een combinatie van jetlag en opwinding begint iedere dag vroeg –uitslapen doen we al jaren niet meer, bijslapen doen we thuis wel en we gaan door tot het einde. Lees: tot de winkels dicht zijn. Tijd om de kids te missen is er gewoon niet. Om eerlijk te zijn denk ik meestal pas aan ze als ik kleertjes aan het uitzoeken ben… Monster-moeder hier!
Gelukkig doe ik dat wél vaak. Hoewel ik een halve koffer kan vullen met alleen al Victoria’s Secret aankopen plus een paar andere leuke dingen, is Lucas de grote winnaar. Leuke kleertjes van Levi’s, Seven Jeans en Tommy Hilfiger zijn in the pocket! Alles op de groei want dat kind groeit als kool. Ik twijfelde over een leuke onesie, dus ik schakel Bart in om thuis een onesie van Lucas op te meten. Nauwgezet doet Bart het meetwerk en ik meet het na in de winkel (jep, wij hebben een meetlint op zak voor deze situaties). Helaas, die past hooguit nog een maand, terugleggen dus.
In the heat of the moment overkomt het ons wel eens dat we maar blijven shoppen. Tot we bijna flauw vallen van honger/dorst/vermoeidheid. Ja echt. Ik kan de keren niet op 2 handen tellen dat we in ons eigen kikkerland een hele dag gaan winkelen zonder zelfs maar te gaan zitten voor een cappuccino. Uitgebreid lunchen is altijd het voornemen maar de realiteit is doorgaans een broodje on the go. Dat is in Nederland. Laat stáán wat er gebeurt als we in New York zijn. Om dat te voorkomen hebben we voor 2 van de 4 avonden leuke restaurants gereserveerd. Plus een chique sunday brunch. Dan ‘moeten’ we wel.
Op vrijdagavond gaan we meeeega fancy naar Top of the Standard: een hippe rooftopbar in Meatpacking District. Er zijn kledingvoorschriften en een streng deurbeleid dus we gaan op tijd naar het hotel to dress up. Het is een waanzinnig mooie bar. Zelfs het toilet is de moeite: hier kijk je door een raam van vloer tot plafond uit over de stad. We zitten aan leuke lage tafeltjes en worden opgemerkt door knappe mannen (haha, ooo yeah: we zijn los van ons moeder/toeristen-imago en mogen met de New Yorkers ‘meedoen’!). De wijnprijzen zijn idioot hoog: het goedkoopste wijntje is 16 dollar en daar komt nog fooi en tax bij! Ik geniet er dus maar van, van m’n 20-euro-wijntje. De avond erna zijn we weer te vinden in the Meatpacking District. Hoewel iets minder fancy, de wijnprijzen zijn hetzelfde :-S
‘s Avonds bijna-New Yorkers, ’s ochtends rasechte toeristen: we gaan fietsen in Central Park. Op onze gehuurde fietsjes komen we er al snel achter dat we dit toch een beetje geromantiseerd hebben. Heel Central Park is One Way Only: er mag maar in 1 richting worden gewandeld, gejogd en fietsers mogen alleen op de rijbaan. Dus we zien Central Park vanaf het asfalt, wat we braaf doen. Maar dat One-Way bord negeren we gewoon want we willen simpelweg de andere kant op. No big deal toch, het is zondag dus er mogen geen auto’s komen. De Amerikanen denken daar heel anders over. In slechts 20 minuten op de fiets zijn we meermaals nageschreeuwd: “wrong way!!”, “do you wanna get killed?!”en “idiots!”.
In tegengestelde richting in het park fietsen durfden we wel. Terugfietsen tussen het verkeer naar het fietsverhuurbedrijf is een ander verhaal. Jézus wat een verkeer. En totaal niet berekend op fietsers. We kiezen al snel het hazenpad en fietsen tussen de voetgangers door op de stoep terug. Het gaat hier toch echt wel even een paar tandjes hectischer dan in de gemiddelde stad.
Zittend in het vliegtuig terug naar huis overdenk ik New York City 2017. De fiets-ervaring was een eye opener. En het feit dat het met een buggy toch wel erg onhandig is om bij de metro te komen -100x smalle trappen op en af!- brengt me dan ook echt van het idee af dat stiekem sluimerde: NYC met kids! Hoewel mijn vriendin twee jaar terug een superleuke tijd met haar toentertijd 1-jarige dochtertje in New York en er tal van playgrounds zijn her en der, zie ik het nog niet écht voor me als Lucas straks 1 is. Want dan is Roos 4 jaar. In mijn beleving moet je dan wel echt willen. Die 1-jarige gaat nog wel, die slaapt en zit nog braaf in de wandelwagen. Maar ik ben bang dat Roos zich tussen de forenzen, midden op de trap van de metro brullend ter aarde stort omdat ze iets niet wil/niet mag. Of gewoon omdat ze omver gerend is. Voor ons uit rennen en de metro inspringen die vervolgens wegrijdt? Zo kan ik nog wel wat scenario’s bedenken. Gelukkig tikt mijn slaappil snel in en voor ik het weet zijn we weer in Nederland.
Mijn vriendin wordt door haar man en emotionele dochter onthaalt. Ik moet het doen met een stevige knuffel die onderbroken wordt doordat Roos haar vriendinnetje in het vizier krijgt. Met een ‘Kijk! Daar is Kate!’ rukt ze zich los. Klein monster. Zo moeder zo dochter zullen we maar zeggen.
Lucas ligt te slapen. Bij het horen van mijn stem begint hij te lachen en doet vervolgens zijn oogjes open om me strálend aan te kijken. Te lief! Oooo ik kan hem wel opvreten! Als ik hem na een tijdje weer neer wil leggen huilt hij van protest. Tenminste één die me gemist heeft!
Ok, dat is flauw, Roos is na de eerste opwinding over haar aanwezige vriendin de hele dag heel knuffelig en lief. Happy met het souvenirtje dat ik voor haar meebracht. En blij met haar nieuwe kleren (?!).
Toch fijn, thuiskomen.