Morgen vertrek ik naar New York City! Samen met mijn beste vriendin, zonder man, zonder kids. Vijf dagen lang alleen maar shoppen, in niet-kids proof restaurantjes eten en cocktails drinken in hippe rooftopbars. Na maandenlang rondsjokken met een zwanger lijf heb ik dit wel verdiend. Vind ik. En Bart ook gelukkig. Wooohoooo méga veel zin in!
Hoe dichterbij het komt hoe onrustiger ik word. Ik geef de zwangerschapshormonen de schuld; Lucas is tenslotte nog niet eens 4 maanden oud. Ik maak mezelf compleet de kop gek, met slecht slapen als gevolg. Ik lig te woelen en draaien: ‘ooo wat als ik nou neerstort? Dan zullen Roos en Lucas hun mama nooit ècht meer herinneren. Want hoewel Roos al drie is, zullen de meeste herinneringen snel vervagen die ze nu heeft. Tenminste, ik kan me zelf geen één herinnering voor de geest halen van vóór mijn derde jaar. Hoe zou dat dan gaan? Hmm. Misschien moet ik toch een soort van lief briefje schrijven dat ik gewoon verscheur als ik weer terug ben volgende week…’ Ik probeer te bedenken wat ik op dat briefje zou schrijven, hoe ik zou afsluiten enzovoorts enzovoorts. Kortom: dráma in mijn hoofd. Ik slik mijn opkomende tranen weg en vind mezelf een aansteller. Drie minuten later maalt mijn hoofd weer: ‘maar stel je voor dat er bij opa en oma iets gebeurt, dan kom ik terug en heb ik geen kinderen meer’… I know, redelijk vergezocht allemaal maar ik krijg mijn gedachten niet stil. Vol emotie vertel ik tegen Bart wat ik allemaal denk en voel, zegt ‘ie droog: ‘je hebt meer kans dat je doordeweeks een auto ongeluk krijgt op weg naar je werk dan dat je vliegtuig neerstort. Ga nou maar slapen.’ Ja. Fijn. Dat helpt.
Ik probeer er vanmorgen niet aan te denken toen ik voor ik ga werken mijn kindertjes uitgebreid gekust en geknuffeld bij hun papa achterlaat. Die op zijn beurt later op de dag óók weer de auto in stapt met Roos en Lucas om ze twee uur rijden verderop af te geven voor hun logeerpartijtje bij opa en oma. Bij het maken van de gezellige family-selfie schieten er allerlei drama gedachten door mijn hoofd…Pfff toch niet zo rationeel als gedacht!
In New York gaan we lekker shoppen. De zwangerschapskilo’s zijn er op een kleine drie kilo na wel vanaf dus ik ‘mag’ wel weer, vind ik zo. Ook voor Roos en Lucas ben ik van plan flink te gaan shoppen. Ter voorbereiding heb ik wat kleertjes geselecteerd die meegaan ter referentie voor de nieuw te kopen kleren. Ik ben zelfs zo ver gegaan dat ik ineens bij het weeguurtje op het consultatiebureau verscheen. Dat is nou niet iets wat ik vaak -zeg maar nooit- doe. Mijn collega barstte in lachen uit toen ik het alleen al vertelde en ik had zelfs het idee dat de mevrouw aan de balie moeite had haar verbazing te verbergen dat ze mij tussen de verplichte bezoekjes aan het consultatiebureau ineens binnen zag komen, zeulend met een maxicosi en een niet-luisterende peuter. Mijn bezoekje diende een hoger doel: om in te kunnen schatten welke maat Lucas in het voorjaar heeft, of zelfs in winter 2017, wil ik wel eens weten op welke ‘lijn’ hij in de groeicurve zit. Blijkt dat ‘ie in de kleine vier maanden van zijn bestaan continue op dezelfde lijn zit, dan lijkt me de kans groot dat hij die lijn blijft volgen. En om dat in te kunnen schatten heb ik actuele gegevens nodig: op de weegschaal dus! Daarna is het een kwestie van gegevens invullen in mijn GroeiApp en grafiek aflezen. Wat blijkt? Mijn kereltje zal bij een maand of negen naar verwacht maat 74 hebben en op zijn verjaardag maat 80. Geen hogere wiskunde en komt ook overeen met de gemiddelde maatvoering in kledingstukken, maar ik zie wèl dat hij aan de bovenkant van deze lijn zit. Merken die klein vallen kan ik dus beter ietsje groter kopen. Roos is wat makkelijker in te schatten, maar die heb ik voor de volledigheid ook maar even laten wegen en meten. Ja, ja geen halve maatregelen hier.
Koffer staat klaar, nageltjes zijn gelakt, kids hebben het naar hun zin bij opa en oma en ik heb er alle vertrouwen in dat ik weer heelhuids terugkeer volgende week. (zo niet, dan was dit mijn laatste blog :P) New York City: HERE WE COME!