Het mooie weer maakt vanalles in mensen los. Iedereen heeft er zin in. Ik ook. Ik had zin om te fietsen. Lucas kan met zijn 6,5 maand nog niet in een fietsstoeltje maar wel in een draagzak mee op de fiets. Zullen vast veel mensen onverantwoord vinden maar da’s jammer dan. Alsof aangereden worden met de fiets met je kind in een fietsstoeltje zoveel veiliger is.
Ik til mijn 16+ kilo wegende peuter achterop de fiets en probeer Lucas niet te pletten in z’n draagzak. Leg mijn tas met proviand, schone kleren en een voorraad luiers in het fietsmandje voorop en hoop maar dat die fiets niet omvalt. Ik hou mijn adem in als ik opstap en ga op het zadel zitten. Pfieuw, als we eenmaal fietsen gaat het super. Op- en afstappen voelt niet héél veilig moet ik toegeven.
Het zonnetje schijnt, we fietsen en het lijkt wel windstil. Roos zingt (brult) het ene na het andere lied. ‘In de maneschijn’ met bijbehorende armbewegingen die ik niet zie, maar wel voel aan de zwabberende fiets. Ik maan Roos tot stilzitten, wat ze braaf opvolgt tot aan de laatste zin waarin het wieltje weer om-bom-bom gedraaid wordt. Die beweging is -heel begrijpelijk- onweerstaanbaar. Fonetisch gezongen of enkel herkenbaar aan de melodie passeren ook liedjes uit Frozen en het zwaar irritante ‘Daddy finger, daddy finger where are you?’ meerdere malen. Mede-goed-weer-genieters horen ons van verre en velen kijken geamuseerd als we voorbijkomen. Ik grinnik en prijs me gelukkig dat het ook nog eens een écht fijn fietsweertje is.
Boven het melodieuze gebrul van Roos uit, hoor ik ze al van achter mij aankomen in een rode Suzuki Swift. Door de stampende beat maar ook door de harde stemmen. Eentje zegt: ‘hee check dat MILF-je* daar! Die is vet lekker’. Alle aapjes kijken en ze passeren mij vol loftuigingen en uitroepingen. Zit ik daar, op mijn keurige fiets, met baby in draagzak en uit volle borst zingende peuter achterop. Godzijdank springt het stoplicht op groen en kan ik snel doorrijden. Roos staakt haar gezang en vraagt net zo lang tot ik antwoord geef: ‘Wat was dat mama? Wie waren dat? Wat doen die?’ OMG gênant! Ik antwoord met ‘Gewoon een stel jochies die dankzij het mooie weer, door elkaar opgehitst, lang blond haar zagen wapperen liefie’. Waarop voor Roos de kous af is en ze haar zangkunst hervat. De rest van de fietstocht overdenk ik het voorval.
Het doet me denken aan toen ik een jaar of 16 was. Toen ergerde ik mij kapot aan alle roepende bouwvakkers die mij op mijn opgevoerde Vespa Gilera Citta** allerlei schunnigheden nariepen. Ik werd er haast agressief van. Tot iemand eens tegen me zei: ‘als ze niét meer naroepen. Dan weet je dat je oud aan ’t worden bent.’ Tsja, daar zit ook wat in.
Ik ben niet wereldvreemd en ook best wel wat gewend qua mannelijke aandacht. Dit zijn kereltjes van begin 20 wier hormonen op hol slaan door het mooie weer, zo ver ben ik ook wel. Dus nee, écht gevleid voel ik me niet. Maar toch wel een piepklein beetje. Heb vooral last van plaatsvervangende schaamte eigenlijk. Niet in de laatste plaats omdat ik die kids bij me had.
De terugweg verloopt zonder gejoel of getoeter. Roos zit te knikkebollen en haar hoofdje raakt steeds mijn rug. Ik hoor geen gezang, maar wel mijn eigen gehijg van het fietsen. Het windstille weertje blijkt toch niet zo windstil! Compleet buiten adem en met knikkende knieën plof ik thuis op de bank. Dit MILF-je moet ff bijkomen.
*Voor wie niet weet wat MILF betekent: Google het maar eens. Maar niet op afbeeldingen zoeken!
**Nee, ik had géén Aussie, kom niet uit Maaskantje, die Gilera was gewoon hip hier in ons Brabant!