Daar is ze dan! Onze dochter, Lovy, is geboren! Op donderdag 27 juli 2017. Bij de geboorte woog ze 3050 gram en was ze 49cm. En ze doet het, gelijk vanaf het begin, super goed.
In de 2,5 week dat Randy in Italië zat heb ik geen voorweeën gehad. Randy kwam op zaterdag (22 juli) thuis en de maandag daarna kreeg ik voor het eerst wat voorweeën. Ik herkende ze van toen ik zwanger was van Jaelyn. Toentertijd had ik een paar dagen voorweeën, een paar dagen niets en toen begon de bevalling. Dus toen ik maandag, dinsdag, woensdag wat voorweeën had gehad en donderdagochtend wakker werd met voorweeën ging er nog niet een “alarmbelletje” rinkelen. Wel had ik eigenlijk al maanden voorspelt dat ze de 27ste geboren zou worden. (Omdat ik zelf van de 27steben en omdat ze dan net als Jaelyn bij 39+1 zou komen en omdat ze dan net als Jaelyn op donderdag zou komen.) Maar zelf nam ik die voorspelling ook niet heel serieus. Toen ik in de gaten kreeg dat de weeën toch best regelmatig kwamen die ochtend ben ik begonnen met timen. Er zat telkens ongeveer 10 minuten tussen de weeën, maar omdat de weeën zo zwak waren (ik moest echt moeite doen te voelen wanneer die begon en wanneer die weer weg was) twijfelde ik nog steeds heel erg of dit nou een begin was. Ik dacht ik ga zo gewoon even douchen en dan merk ik of de weeën doorzetten of afzwakken, want ook dat wist ik nog van Jaelyn. Maar eerst moest (móest!) er gestofzuigd worden, de was weg gewerkt worden en Jaelyn & ik moesten ook gewoon eten enz. Dus tegen de tijd dat ik wilde gaan douchen was ’t 11:30 uur. Eerst even naar het toilet. Daar voelde ik ineens een “plopje” in de wc vallen (sorry voor de details). Mhh, dacht ik, was dat de slijmprop? Zal ik dan toch maar eerst de verloskundige bellen, voordat ik ga douchen? Dat besloot ik te doen en de verloskundige zei me dat ik moest bellen als de weeën om de 4 a 5 minuten kwamen. Ik vroeg haar of het verstandig was om Randy alvast te bellen, want die moest nog een uur met de trein vanaf zijn werk. En of ik m’n ouders alvast moest bellen om op Jaelyn te passen als de bevalling begonnen was. Zij adviseerde dat wel alvast te doen, dus dat deed ik.
Randy vertrok gelijk vanuit zijn werk en m’n ouders zouden er ook zo aankomen. Daarna voelde ik dat ik vocht verloor en wist ik dat m’n vliezen gebroken waren. Dat gaf ik door aan m’n verloskundige en ook aan Randy. De verloskundige zei dat ze zo even ging lunchen en dat ze een uurtje later even langs zou komen. De weeën kwamen toen ongeveer om de 8 minuten, maar waren nog steeds zwak. Ik vertelde Jaelyn dat ik dacht dat de baby vandaag ging komen en dat opa & oma eraan kwamen om met haar te spelen. Ze reageerde enthousiast, maar tegelijkertijd ook heel nuchter. Ik had haar al zo goed mogelijk voorbereid hier op.
Om 12:14 verzond ik het appje naar mijn verloskundige dat de weeën om de 4 a 5 minuten kwamen.
Om 12:15 uur waren mijn ouders er. Ik was nog volop aan het rommelen in huis. Ik wilde nog douchen en ik wilde me nog opmaken, maar op de een of andere manier was ik te druk met het huishouden perfect op orde hebben. (Hoezo nesteldrang.) Randy appte dat de trein waar hij in zat 3 minuten vertraging had en hij daardoor de aansluiting ging missen. Tegen 12:30 belde mijn verloskundige aan, ze had haar lunch maar even meegenomen. De verloskundige en ik gingen naar boven en om 12:40 checkte ze mijn ontsluiting. Ik zat op 3cm. Oke, het is dus echt begonnen nu, dacht ik.
Ik bleef op bed liggen en was druk aan ’t whatsappen met Randy, die nog onderweg naar huis was. Hij stuurde dat hij er 13:30 zou zijn. Ik stuurde terug: “Oke, dat redden we wel. Komt goed.” Ik wilde hem daarmee gerust stellen en dacht zelf ook echt dat ik nog zeker wel 2 uur of langer bezig zou zijn. M’n verloskundige had ook gezegd: “We hebben nog tijd.” Dus dat nam ik van haar aan. Pas achteraf hoorde ik dat zij ‘m meteen al kneep of Randy de bevalling zou halen.
De weeën timede ik nog steeds met de weeëntimer, in zo’n zwangerschapsapp. Dit vond ik wel fijn zodat ik (over)zicht had op hoe snel ze kwamen. Op een gegeven moment ging het hard met de weeën, rond een uur of 13:00. Er zat soms maar 30 seconden tussen 2 weeën. Maar nog dacht ik dat het nog wel even zou duren allemaal. De weeën werden heftiger en ik kreeg er meer moeite mee om me puur op m’n ademhaling te focussen en verder niets. Het is ook wel gemeen om buik-, rug- en beenweeën tegelijk te hebben. Maar het lukte me, door me te focussen op m’n timer, daarop kon ik een soort van aftellen tot de wee weer even weg zou zakken. Om 13:10 arriveerde de kraamverzorgster. Om 13:15 ging ik even plassen, op verzoek van de verloskundige. Bovendien moest er nog wat bescherming op ons bed gelegd worden, wat zij in de tussentijd deden. Toen ik terug kwam van de badkamer weet ik nog dat ik dacht, laat ik eens kijken of ik wat weeën staand op kan vangen. Ik had gehoord dat dat de ontsluiting kan versnellen als je de weeën staand opvangt i.p.v. liggend. En aangezien de weeën vrij heftig waren geworden op dat moment en ik dacht dat nog wel 2 of 3 uur vol te moeten houden, dacht ik, misschien wel fijn als ik het dan wat kan bevorderen door te staan. Maar bij de tweede wee zakte ik bijna door m’n benen, dus klom ik daarna weer snel op bed. Ik voelde op dat moment lichte persdrang opkomen en gaf dit aan. We zaten echt op de klok te kijken met z’n drieën. De verloskundige ging checken hoe ver m’n ontsluiting was. Ik had volledige ontsluiting. Het was 13:30. De verloskundige vroeg zich hardop af hoe ver Randy zou zijn. Ik bel ‘m wel even zei ik. Tot 5 minuten daarvoor was ik nog aan ’t appen met ‘m. Ik belde ‘m op, maar op ’t moment dat hij opgenomen had kwam er een mega persdrang op zetten, die voelde als een heftige vloedgolf en ik zei snel: “ik kan niet meer praten” en drukte m’n telefoon in de handen van m’n verloskundige. Zij vroeg Randy waar hij was. “Ik kom nu net aan op ’t station in Wijchen” zei die. “Oke, fiets zo snel als je kan naar huis. De baby komt.” zei ze tegen hem. 13:32 startte de uitdrijving, volgens “het baringsverslag”. De verloskundige had mijn telefoon aan de kraamverzorgster gegeven en haar de opdracht gegeven om te gaan filmen. De persdrang was enorm, alles in mijn lijf “schreeuwde”: die baby komt er nu uit! De verloskundige en kraamverzorgster keken mij rustig doch doordringend aan en zeiden beide: “Zuchten, zuchten, zuchten, zuchten.” Een enkele seconde begon ik lichtelijk in paniek te raken. Ik dacht: “Ze komt! Ze komt nu! Dat kan ik niet maken tegenover Randy! Hij hoort er bij te zijn! En zuchten gaat me echt niet lukken nu!” Toch lukte het, vraag me niet hoe. Maar het lukte me om ondanks die mega vloedgolf aan druk, me toch te ontspannen. Twee persweeën heb ik zo goed als het ging weg gezucht. Maar ze kwam er als vanzelf al bijna uit. Het hoofdje stond al. We wachtten met z’n drieën op het geluid van de sleutel in de voordeur. Je kon een speld horen vallen.
Om 13:36 kwam Randy thuis. Wat een opluchting toen we die sleutel in het slot hoorde draaien! “Ik ben thuis.” klonk het kalm, vanuit de gang. “Kom naar boven.” “Kom snel” riepen wij. (Hilarisch, als ik het weer in m’n hoofd afspeel.) Terwijl Randy de kamer op kwam lopen zei hij: “Ik ga nog wel even m’n handen wassen”. En weer reageerden wij alle drie direct. De verloskundige zei: “Hier heb je desinfectans, gebruik die maar even. Het hoofdje staat al, heb je dat gezien?” Toen begon het tot hem door te dringen hoe snel het gegaan was. Door alle commotie duurde het even voordat de volgende perswee kwam. De rust in m’n lijf was echt wedergekeerd toen Randy thuis kwam. Maar even later kwam er toch weer een perswee, waarbij ik dit keer rustig mee mocht persen. Daar was ze dan! 13:40 uur. Ik mocht haar aanpakken en op m’n borst leggen. “Wauw! Wat is ze klein! Wat is ze mooi!” Er ging van alles door me heen. Ik kon het nog moeilijk bevatten dat ze er was. Het ging zo snel.
De placenta kwam wat moeilijk en ik bleef teveel bloed verliezen. Toen ik 1 liter bloed was verloren legde de verloskundige uit dat ik naar het ziekenhuis moest en dat dit per ambulance, met toeters en bellen, moest. Ik baalde, maar dacht vooral gelijk aan Jaelyn. Ik zei gelijk: “Ik wil niet dat Jaelyn daar wat van mee krijgt.” Dus ik vroeg de kraamverzorgster om mijn moeder naar boven te sturen. Ik vroeg mijn moeder of ze alsjeblieft konden zorgen dat Jaelyn de ambulance en brancard niet zou zien. “Ga de tuin maar in en laat de kippen er maar uit ofzo” zei ik. Daarna werd Jaelyn weer even naar boven gestuurd, want ik wilde haar zelf vertellen dat ik even weg zou gaan. Ik zei haar dat ik nog even naar de dokter toe moest voor controle en dat oma bij haar zou blijven.
Uiteindelijk heeft Jaelyn inderdaad niets van de ambulance mee gekregen, niet dat die voor onze deur stopte althans. Daar ben ik heel blij om, want ik wilde niet dat de geboorte van haar zusje een traumatische ervaring zou zijn. Ze is heel gevoelig en als ik bijvoorbeeld au roep wanneer ik mijn teen stoot, komt ze al vragen of het gaat en mij een kus en knuffel geven.
Randy reed met Lovy achter de ambulance aan. Onderweg en door de ziekenhuisgangen kon ik alleen maar denken aan mijn meisjes. Ik was zo bang dat Jaelyn er last van zou hebben dat ik ineens weg moest. Ook had ik geen idee hoe ernstig het was of kon worden met mijn gezondheid, dus het flitste wel even door mijn hoofd: “Als het maar goed komt, voor mijn meisjes!”
Uiteindelijk bleef het bloedverlies in het ziekenhuis normaal en na een aantal controles en mij en mijn bloedverlies even in de gaten te hebben gehouden, mochten we lekker naar huis. Om 20:30 waren we thuis, herenigd als gezin van 4 en kon het genieten echt beginnen.”
De verloskundige heeft tijdens en na de bevalling wat foto’s gemaakt met mijn camera, zodat we zelf wat beeld hebben om terug te kijken. Super lief en fijn.
Nadat de placenta gekomen was en Jaelyn mocht komen, had papa Jaelyn (op oma’s telefoon) gebeld om te zeggen dat haar zusje er was. Het ijsje wat ze zat te eten in het dorp hoefde ze gelijk niet meer en ze wist niet hoe snel ze naar huis moest komen. Papa kwam even later samen met Jaelyn naar boven. Kijk ze eens stralen allebei.
Jaelyn was (en is) dolgelukkig met haar zusje. Ik vroeg haar of ze wist hoe haar zusje heette. Ja zei ze; “Ze heet lief hartje.” Terwijl ze met een heel vastberaden blik de verloskundige en kraamverzorgster aan keek. Die naam had ze 2 weken daarvoor ineens bedacht. Ik zei: “Ja dat klopt, die naam heb jij bedacht voor je zusje. Maar papa en mama hebben nog een naam bedacht voor haar. Weet je welke? “Nee?” Lovy. “Ooh, oke!” Vind je dat ook een mooie naam? “Ja!” zei ze.
Lovy Lauren. Het geboortemutsje bleek te groot en ligt nu nog in de kast te wachten tot hij past.
Nadat Jaelyn eerst zelf rustig kennis had gemaakt met haar zusje, mocht ze even later opa & oma gaan halen beneden. Onderweg van het dorp naar huis had ze een bloem geplukt voor mij. De lieverd.
Deze foto is gemaakt in het ziekenhuis, vlak voordat we weer naar huis mochten.
Volg Nienke hier ook op Instagram