Mijn naam is Bruin (38) en ik woon en werk in Den Haag. Ik hou van schrijven en ben daarmee berucht om mijn droge analyses en bijtende humor. Schrijven is voor mij een uitlaatklep voor mijn creativiteit en eigenwijze mening. Ik ben vader van twee leuke vrolijke kinderen. Een dochter (Liv, 9 jaar) en een zoon (Charlie, 5 jaar), heel gewoon, doodgewoon. Mijn vrouw heet Saskia en is, naast oorverdovend mooi, een creatieve stuiterbal die een aantal jaar geleden een succesvolle webshop is gestart met zelfgemaakte kinderkleding. Een op en top glossy-gezin! Dit klinkt allemaal leuk en gezellig maar laten we eerlijk zijn: dat is natuurlijk niet altijd zo..
Ode aan de rommel
Drie jaar geleden zat ik op de bank met mijn laptop op schoot geïrriteerd op het toetsenbord te rammen. Ik was kwaad want ik was een rapportage kwijt, waarin allemaal verschrikkelijk belangrijke getallen en grafieken stonden. Mijn vrouw Saskia stond vijf meter verderop in onze open keuken te roeren in een pan. “Lief?! We eten over tien minuutjes!“
“Hmmmrff”, mompelde ik.
“Bruin?” ging ze na zes minuten verder.
“Ja lieverd. Wat is er?”
“Ik wil voor mezelf beginnen! Een eigen bedrijf. Iets met zelfgemaakte kinderkleding.”
“Dat is leuk hoor, schat. Wat eten we?”
“Bruine bonen met rijst, jullie lievelingsgerecht.”
“Jeeehh!!”, riepen de kinderen in koor.
MuisinHuis
Het bedrijf www.muisinhuis.com van mijn vrouw bestaat inmiddels ruim tweeënhalf jaar en heeft in die periode ons huishouden behoorlijk beïnvloed. Toen Saskia mij die avond aan tafel vertelde wat ze van plan was, wist ik dat natuurlijk allang. Ik merkte dat er al tijdje iets aan het borrelen was in dat mooie creatieve hoofd van d’r. Ze heeft een ongezonde verzamelafwijking voor mooie stoffen. Niet doorsnee, voorzichtig en alledaags, maar vrolijk gekleurd met aparte prints. Stofjes uit grootmoeders tijd maar ook hippe regenboogstoffen uit Scandinavië. Die berg stoffen werd breder en hoger. Met dat spul kroop ze met meer dan normale regelmaat achter haar naaimachine om kleertjes te maken voor onze kinderen Liv en Charlie. Uiteraard vind ik (vooringenomen, partijdig, kortom totaal niet objectief) dit de leukste kleding die er is. Onze kinderen zijn ook fan, ze dragen het liefst de kleren die moeders heeft gemaakt. Maar wij zijn niet de enigen. Op het schoolplein of in de supermarkt merkte ik de aandacht ook. Teveel moeders keken te lang naar de zelfgemaakte kleding. Er was dus vraag naar en commercieel-economisch als ik ben, vond ik maar dat ze aan de slag moest. Zo gezegd, zo gedaan. Nu heeft ze een goedlopende webshop en organiseert ze daaromheen allerlei nog leukere nevenactiviteiten zoals naai- en haakworkshops en staat ze regelmatig op hippe markten zoals de Home Made Market en de Pure Markt.
Natuurlijk had ik ook briljant idee! We hebben een eersteklas tuinhuis in de achtertuin staan. Zo groot als een gemiddelde slaapkamer. Daar staan onze wasdroger, de diepvrieskist, de kerstspullen en mijn drumstel. Een mooier atelier kon ik niet bedenken! Maar daar was mevrouw het natuurlijk niet mee eens..
Een creatieve bende
Ze leek wel gek om te verdwijnen in de schuur!
“Dus elke keer als ik een leuk idee heb voor een ontwerp of een bestelling moet afmaken, moet ik de schuur in? Daar heb ik geen zin in! Ik wil het gewoon hier in huis doen. We hebben ruimte zat!”
Uiteraard had ik me op deze reactie nauwkeurig voorbereid met onderbouwde argumenten die de gezondheid van onze kinderen, de twee poezen, hamster Billie en de nationale veiligheid zouden waarborgen. Tevens was ons tuinhuis een prima bunker om concurrerende spionage met gemak buiten de deur te houden. Tevergeefs.. Na enkele seconden had ze met een Betty Boop-achtige glimlach mijn mond gesnoerd en hield ik op met mijn presentatie. Dit had toch geen zin.
Dan maar een atelier in ons huis. Onze woonkamer en open keuken zijn nu gescheiden door een buffer van creativiteit. Op een dikke eikenhouten tafel staan twee machines, liggen allemaal klosjes, kussens met spelden en naalden, patronen en peperdure scharen waar werkelijk niemand behalve Saskia mee mag knippen. Naast en onder de werktafel: bakken vol bollen wol, dozen met flyers, manden met lintjes, stapels boeken en tijdschriften, kleine lapjes stof, grote rollen stof en een kledingrek vol jurkjes, broekjes en shirtjes. Gillend gek word ik er af en toe van. Wat heb ik toegestaan? Alsof ik in Villa Kakelbont woon.
Maar dat is het niet alleen. Ik heb al weetikveel hoeveel kilometers in de auto gezeten op weg naar een of andere achterlijke stoffenmarkt in het oosten van het land. Of dat ik op de koffie moest bij een oma van een vriend van ons, die nog zes tassen vol stoffen heeft waar ze niks meer mee doet. En hoe vaak kom ik thuis van mijn werk en zit mijn hele huiskamer vol met giechelende meisjes of kakelende moeders die zich hebben ingeschreven voor een workshop? Zucht…
Maar ach..
Gelukkig ben ik niet achterlijk. Ik geniet er meer van dan ik laat merken. Ik mopper een hoop over de zooi in huis maar ik zie ook heus wel dat het geen echte rotzooi is. Ik zie hoe gelukkig Saskia is en ik weet dat ze hele blije en leuke klanten heeft. Zij doet tenminste iets wat ze zelf wil en haar motivatie is haarzelf en anderen blij maken. Ze maakt retro/vintage geïnspireerde kleding en accessoires die kinderen leuk vinden. En het zit lekker; ook belangrijk. Ook houdt het niet op, ze blijft doorgaan met verzinnen en ontwerpen. De ideeën buitelen over elkaar heen. Soms zo erg dat ze weleens in eigen creativiteit dreigt te verzuipen. En dan mag ik haar redden. Dat doe ik dat zonder puf en steun. Zo nobel ben ik dan ook wel weer.
Ik realiseer me vaak dat het zonder haar in huis een saaie boel zou zijn. Misschien opgeruimd maar verrekte leeg en stil. Ik ben blij dat ze niet in het tuinhuis is gaan zitten. Ze is de stuiterbal van creativiteit waar ik mee heb leren leven. Ik zal haar dat vanavond maar eens zeggen als ik thuiskom.
Je kan de ontwikkelingen van MuisinHuis ook volgen op Facebook!