We rollen, we gillen. Er schiet van alles door mijn hoofd. Wat gebeurt er als er nu nog een auto tegen ons aanbotst? Heeft Ami straks geen moeder meer? Overleeft mijn zusje dit wel? Ik wil haar bij me houden, beschermen, maar dat gaat niet. Het enige wat ik kan doen is haar arm vasthouden. Dan stopt de auto met rollen. Mijn zusje reageert direct. Ze ramt de voorruit eruit en rent gillend de snelweg op. Het lukt mij om door het zijraam de auto uit te komen.
Wat een gezellig zussenweekend in Hamburg (Duitsland) had moeten worden is een halfuurtje voor aankomst in het hotel geëindigd in een drama. Dat allemaal door een malloot die waarschijnlijk onder invloed reed en na het veroorzaken van het ongeluk gewoon is doorgereden. Mijn zusje is zwaargewond aan haar hand. We worden met ambulances naar verschillende ziekenhuizen gebracht. Omdat ik nog snel een mobieltje uit het wrak heb gegrist kan ik zelf onze ouders en vriendjes inlichten, die zo snel mogelijk naar Duitsland komen. Ik word in het ziekenhuis opgenomen met kneuzingen en een hersenschudding. Het enige wat ik wil weten is hoe het met mijn zusje gaat.
Pas uren later krijg ik haar eindelijk aan de telefoon. Ze is drie uur lang geopereerd aan haar hand, maar heeft verder geen andere verwondingen. Nog een paar uur later komen mijn ouders en David mijn kamer binnen. Sven (de vriend van mijn zusje) is bij haar gebleven. Mijn zusje moet een week in het ziekenhuis blijven. Ik mag na twee dagen naar huis. Na een autorit van ruim 5 uur kan ik eindelijk Ami weer in mijn armen sluiten. Voor hem waren het vreemde dagen. Hij wist dat ik een paar dagen weg zou gaan, maar hij was er niet op voorbereid dat hij ’s avonds niet door David opgehaald zou worden. Zijn oma heeft uitgelegd dat mama en tante Dani een botsing hebben gehad en dat de auto kapot is gegaan.
Zijn reactie: ‘Ami’s auto’s zijn niet kapot.’ Ook speelde hij een dag lang botsingen met zijn autootjes. Nu, drie weken later, merkt hij nog steeds de gevolgen van het ongeluk. Mijn zusje kan een stuk minder druk met hem spelen, want het herstel van haar hand gaat nog wel een tijdje duren. Ook ik kan nog niet alles vanwege een whiplash. Ami weet dat we pijn hebben en in het ziekenhuis hebben gelegen. Laatst deed hij een plakkertje op zijn hand en zei hij: ‘Ami heeft ook pijn. Ami gaat even naar het ziekenhuis.’ Hij verwerkt het allemaal op zijn eigen manier. 😉 Ik merk wel dat hij sinds het ongeluk meer verlatingsangst heeft. Normaal gesproken zou ik hem vertellen dat mama altijd weer terugkomt, maar nu weet ik dat dat helemaal niet zo vanzelfsprekend is.