November 2014. Nadat mijn vriend en ik hadden besloten om zwanger te worden was het dan ook snel raak. Wij waren na 3 weken al in blijde verwachting. Voordat wij het fantastische nieuws wilde vertellen tegen onze geliefden kwam mijn tweelingzus met het nieuws dat ook zij in verwachting was. Wat bijzonder dat je deze tijd mag delen met je tweelingzus. Zo hadden wij de eerste afspraak bij de verloskundige ook samen gepland. De verloskundige was erg enthousiast om deze afspraak te mogen doen. De eerste echo was erg spannend en bijzonder zeker omdat mijn uitgerekende datum maar 1 dag verscheelde van mijn zus. 2 prachtig kloppende hartjes. ”Gelukkig” zei de echoscopoist “want het zou toch vreselijk zijn dat het bij de ene zus wel goed zou zijn en bij de andere niet”. Ja inderdaad dat zou een nachtmerrie zijn! Daarna kwam het gesprek over nekplooi meting, ga je dat wel of niet doen? De kans op een kindje met downsyndroom is op onze leeftijd 11 op de 10.000 dus besloten mijn vriend en ik dit niet te doen. Mijn zus daarin tegen was erg stellig in haar antwoord. Zij wilde dit onderzoek absoluut wel doen. Een beetje verward van haar resolute antwoord liepen wij de kamer van de verloskundige uit. Ik vroeg aan mijn zus waarom zij zo stellig ja zei. “Omdat ik het gevoel heb dat het mis is” zei ze. “He bah! Niet zeggen hoor, niet zo raar doen!” zei ik.
Met 11 weken zwangerschap kreeg ik een telefoontje van mijn zus. Het is mis! De waarden van de bloedtest in combinatie met de nekplooi meting waren zorgwekkend. 1,5 week later werd er een vruchtwater punctie gedaan. De uitslag was een dochtertje met downsyndroom. De nachtmerrie was werkelijkheid geworden….toen schoot bij ons ook de angst erin. “Het zou toch niet zijn dat het bij ons ook mis is?” We besloten om ook alsnog een nekplooimeting te doen. Deze uitslag was gelukkig positief, maar hoe kan ik nu blij zijn en genieten terwijl mijn zus net dit vreselijke nieuws heeft gehad?!? Mijn zus werkt zelf in de zorg met mensen met een beperking en is dus goed op de hoogte wat een kindje met downsyndroom voor problematiek met zich mee kan brengen. Na veel tranen en gesprekken met haar vriend hebben zij samen besloten de zwangerschap af te breken. Een periode die vol geluk en blijdschap had moeten staan was veranderd in een regelrechte ramp.
Ik had enorm last van mijn hormonen en vond heel dat zwanger zijn eigenlijk helemaal niet zo leuk. Ik was veranderd in een helse heks met een enorm schuld gevoel. Mijn zus wilde mij eigenlijk niet zien, want dat was veel te confronterend en ik was toch alleen maar aan het zeuren. En wat liep ik nou te zeiken eigenlijk? Ik had tenminste een gezond kindje in mijn buik. Maar ik kon mijn gevoel niet uitschakelen. Genieten kon ik niet en blij was is ik zeker niet. Ik was vooral ontzettend boos en verdrietig. Soms wilde ik dat ik kon ruilen met mijn zus zodat zij dit niet hoefde door te maken. Met 16 weken zwangerschap is mijn zus bevallen van haar dochter. Op advies van de verloskundige ben ik doorverwezen naar de popafdeling op het ziekenhuis. Uit voorzorg voor een eventuele postnatale depressie. Dit was fijn. Even met iemand kletsen die niet dichtbij mij en mijn zus staat.
Mijn zwangerschap verliep lichamelijk verder goed. Ik had aan mijn zus gevraagd of zij bij mijn bevalling wilde zijn. Ik was ook bij die van haar geweest. We hadden afgesproken dat als het moment daar was, ze dan zou beslissen. Toen ik 20 weken zwanger was. Kregen we goed nieuws: mijn zus was weer zwanger. Wat fijn!! Er was weer wat positiviteit. Mijn schuldgevoel werd ietsje minder en er kon meer blijdschap getoond worden. Maar met haar 20 weken echo was er weer slecht nieuws. CCEM een aandoening aan de longen. Het hartje was verdrukt en de vraag was of haar zoontje het zou overleven. 28 juli moest zij naar Nijmegen voor verder onderzoek.
27 juli om 2:00u ’s nachts begonnen mijn weeën, meteen waren het al heftige pijnlijke rug weeën en ik wist meteen zeker, dit is het! Ik was toen precies 40 weken zwanger. ‘S Ochtends besloot ik de verloskundige te bellen omdat er al een goede regelmaat inzat. We mochten naar het ziekenhuis komen om te kijken hoe de stand van zaken was. Geen ontsluiting, mijn baarmoedermond was nog niet eens verstreken en we mochten weer naar huis. “Holy shit!” Dat wordt dan nog wat als het nu nog niet eens begonnen is. Omdat ik heel de nacht niet geslapen had was er wel een plan gemaakt. Als er tegen de avond nog niets veranderd was mocht ik ’s avonds terug komen om iets te krijgen zodat ik lekker kon gaan slapen. Tegen een uur of 19:00 belde de verloskundige om te vragen hoe het ging. “Tja” wat ik zeggen ik had vooral veel pijn. Tegen een uur of 20:00 was ik weer terug in het ziekenhuis. Nog steeds was er niets veranderd. 0 cm ontsluiting. Misschien helpt een warm bad dacht de verloskundige “dus ga maar even “lekker” 2 u badderen en dan kom ik je weer halen” zei ze. Ik had helemaal geen zin om in bad te gaan maar vooruit! Na 2 uurtjes kwam de verloskundige terug voor de laatste check. Er was nog steeds niets veranderd. Ik was inmiddels behoorlijk uitgeput en de moed zonk mij in de schoenen. De weeën waren goed, regelmatig, zeker pijnlijk genoeg, dus misschien zou het breken van mijn vliezen een extra zetje kunnen geven.
Na het breken van mijn vliezen schoot mijn temperatuur omhoog naar 40 graden en werd ik overgedragen naar een gynaecoloog. Dus hup in een rolstoel de gang over naar de verloskamers. De pijn werdt steeds heftiger en ik had het gevoel dat mijn onderkant uit elkaar getrokken werd. Dat was ook niet zo gek want in die 10 minuten dat ik naar de verloskamers vervoert was ben ik naar 6 cm ontsluiting gegaan. Toen ik eenmaal geïnstalleerd was vroeg ik om pijn bestrijding. Ik kon de weeën niet meer opvangen en raakte compleet ik paniek. Ik ging hyperventileren en gilde het uit van de pijn. Na een halfuur aan het CTG apparaat gelegen te hebben kreeg ik eindelijk een morfine pompje. Heerlijk dacht ik, maar ik merkte er helemaal niets van. Na een half uur klagen kwam de verpleegkundige tot te conclusie dat het infuus naaltje niet goed zat. Ondertussen had mijn moeder (die er vanaf de middag al bij was) mijn zus gebeld dat zij zo snel mogelijk naar het ziekenhuis moest komen omdat ze anders te laat zou zijn. Na nog een half uur weeën opvangen mocht ik persen. Op het moment dat ik de eerste keer mocht persen kwam mijn zus binnen om mij samen met mijn vriend en moeder aan te moedigen. De hartslag van de kleine schoot bij iedere pers omlaag. Ik kreeg de opdracht om op mijn zij te gaan liggen met mijn benen dicht. Zijn navelstreng zat rond zijn nek gedraaid. Na 45 minuten kon ik het niet houden. Na 2 keer persen werdt op 28 juli 2:45 was onze zoon Riley geboren. Met onder andere mijn zus aan mijn zijde. Wat een beladen maar prachtig moment om dit met haar te mogen delen!