In het begin was ík het voor hem. Overduidelijk. Geen twijfel mogelijk. Altijd bij me willen zijn en kusjes en knuffels worden niet alleen gul uitgedeeld, maar ook dankbaar ontvangen. Ik vind het heerlijk, ik kan hem wel opeten op zulke momenten. De angstige gedachte dat het minder wordt op een dag, schiet natuurlijk weleens bij me naar binnen. Niet aan denken, spreek ik mezelf dan streng toe. Liever steek ik nog even mijn kop in het zand en geniet ik van alle lieve aandacht.
Langzaamaan wordt het wat minder. Alleen met echte dingen, komt hij voor een beetje we-time. Dan hebben we weer zo’n -ik kan je wel opeten- momentje. De gedachte dat het meer om praktische zaken gaat, negeer ik maar.
Later krijgt hij interesse in Josje en gaat het steeds vaker over haar. Ook mijn blonde vriendinnen zijn het helemaal en de we-time momentje worden steeds schaarser. Zolang hij er niks over zegt, negeer ik het ook. En ergens vind ik zijn interesse voor blonde dames ook wel schattig.
Tot aan de vakantie vorige week in Ibiza. Hij is de eerste dagen wat sip. Heeft nergens zin in en wil alleen maar naar huis. Ik kan alleen maar denken, wij zitten hier en jij wilt naar huis? Wel komen daardoor de knuffelmomentje terug.
Op dag drie komt het hoge woord eruit. Hij mist Nikki. Nikki? Wie?
”Nikki, uit mijn klas. Ze heeft geel haar en ik ben verschrikkelijk verliefd”.
Ik troost hem en hij kan gelukkig in slaap komen. De volgende morgen is zijn eerste vraag: “Hoe lang duurt de vakantie nog? Wanneer zie ik Nikki weer?“.
Ik beloof heel veel leuke dingen om zijn aandacht te winnen en natuurlijk een afspraak met Nikki, na de vakantie. Ondertussen verandert hij langzaam. Een nieuw kapsel moet er komen, iets cooler. Hij wil elke dag dag een kaart sturen naar Nikki en bij iedere souvenirwinkel wil hij een zeepje kopen, voor Nikki. Hij oefent stoere kunstjes en hij leert nieuwe dansmoves, voor Nikki. Hoe schattig ook, ik ben op dag zeven goed klaar met Nikki met haar gele haar.
Op de laatste dag is het toch jammer dat de vakantie er weer op zit. Het was toch wel leuk, zo’n vakantie met al die ijsje. In het vliegtuig troost ik hem. ”Morgen zie je Nikki toch weer? Dat is toch ook leuk. Vraag dan of ze een keer komt spelen?“
Na school komt hij opgewekt thuis. Ik ben opgelucht want misschien wilde Nikki helemaal niet afspreken en dan is hij natuurlijk ontroostbaar.
”En? Wat zei Nikki? Komt ze een keer spelen?”
”Nikki? Oh, vergeten te vragen. Mag ik een ijsje?”
Mijn lieve kleine Romeo, natuurlijk mag je een ijsje. Maar eerst wil ik een knuffel.